Onlangs hebben de Ieren voor de Europese Grondwet gestemd, beter bekend als “Het Verdrag van Lissabon.” Dit na een eerdere Ierse afwijzing waarna het bedrijfsleven in mainstream media als “The Irish Times” van 29 september 2009 om het hardst roept hoe het land in het heetst van de kredietcrisis reddeloos ten onder zal gaan als dit “verdrag” niet spoedig wordt geratificeerd. Desondanks doen sommige niet EU-leden als Noorwegen het economisch opmerkelijk goed. Maar zeg nu zelf; wie kan er nu tegen een Europese samenwerking zijn? Vanwaar dan al de commotie? Wat is dan het werkelijke gezicht van de Europese Unie waarvoor deze grondwet is ontworpen?
Dit gezicht blijkt verbluffend anders dan de Ieren wordt voorgesteld…
In de negentiende eeuw voltrekt zich de industriële revolutie. Banken en bedrijven groeien uit tot multinationals. Het is, aldus econoom en historicus, professor Anthony Sutton, in het financiële belang van internationale bankiers en corporaties om de macht te centraliseren, hetgeen het best gerealiseerd kan worden in een collectivistische maatschappij. Europa is echter een lappendeken van soevereine staten.
In de eerste veertig jaar van de twintigste eeuw doen er al enkele ideeën over een Europese eenheid de ronde. De echte geboorte van de Europese Unie zou in 1950 bij de Franse zakenman Jean Monnet liggen, de “grootvader van de Europese Unie”, zo luidt het officiële verhaal. Op 23 juli 1952 ziet daarop de corporatieve voorloper van de EU het levenslicht: de Europese Gemeenschap voor Kolen en Staal, later uitmondend in de Europese Economische Gemeenschap. De EGKS heeft tot doel om voor de betrokken corporaties een ongelimiteerde interne markt voor kolen en staal te scheppen.
1950 is het jaar dat in de media wordt genoemd. Of ligt de geboorte van de EU toch eerder?
De terugkomst van het fascisme in een Europese corporate superstaat. Op 10 augustus 1944 vindt er in Hotel Maison Rouge te Straatsburg een geheime bijeenkomst plaats. Nu zij aan de verliezende hand zijn, draagt een groep nazi-autoriteiten een elite-groep van corporate industriëlen op het naoorlogse herstel te plannen, de uiteindelijke terugkomst van het fascisme voor te bereiden en een nieuw Europees Vierde Rijk te bewerkstelligen. Militair zou het rijk verslagen zijn maar na de oorlog, schrijft de Daily Mail op 9 mei 2009, zouden machtige nazi-tijd bankiers, industriëlen als staal- en kolenmagnaten, en ambtenaren, rijk geworden door de strijd en herboren als democraten, zich inzetten voor een nieuwe zaak: de politieke en economische integratie van Europa. De krant beroept zich op een onlangs opgedoken geheim document gelabeld “EW-PA 128” van de Amerikaanse militaire inlichtingendienst, beter bekend als het “Red House Report.”
De Europese Kolen en Staal Gemeenschap, opgericht door zes staten, waaronder Nederland, wordt de drijvende kracht achter de Europese Economische Gemeenschap (EEG). Reeds in de oorlog bestaat er een hechte samenwerking die een moeiteloze import naar Nederland van kolen door de Steenkolen Handels-Vereeniging (SHV), een gesloten familiecorporatie, mogelijk maakt. Deze pan-Europese organisatie is de eerste stap in de richting van een gereguleerde gemeenschappelijke corporatocratie en, aldus de Daily Mail, de vitale stap voor een gestage erosie van nationale zeggenschap. Hiervoor moeten eerst de nazi-industriëlen worden vrijgesproken en nazi-bankiers en autoriteiten gereïntegreerd, schrijft de krant. In Nederland geldt dat voor collaborateurs als SHV-kolenmagnaat Frits Fentener van Vlissingen.i Veel oud nazi-sympathisanten behouden gewoon hun functie. Oud-NSB-er Joseph Luns was na de oorlog met 25 jaar de langst zittende christelijke minister van Buitenlandse zaken. In 1957 verleent John J. McCloy, de Amerikaanse Hoge Commissaris voor Duitsland, zelf bankier en na de oorlog president van de Wereldbank, amnestie aan nazi-industriëlen die zijn veroordeeld voor collaboratie en oorlogsmisdaden.ii
Hoe het begon: TIME-Magazine’s sympathieke “man van het jaar” en zijn “War on Terror”
Het is 1938 als het gerenommeerde TIME-Magazine een voormalige koorknaap, katholiek, ideale schoonzoon, zeer geliefd en gerespecteerd leider kiest tot “man van het jaar.” iii Hij is een ware Messias die het Duitse volk gaat redden van economische ondergang. Ook in Nederland is de partij van deze hoffelijke, zorgzame en sympathiek gevonden man en bevriend staatshoofd in bepaalde kringen populair. iv Dat geldt zeker voor het fascistisch gedachtegoed.
In 1935 behaalt de Nederlandse tegenhanger van de Duitse Nationaal Socialisten, de Nationaal Socialistische Beweging, voor de verkiezingen van de Provinciale Staten 7.94% stemmen van het totaal. v Daar er in deze tijd opkomstplicht geldt bij de verkiezingen, geeft dat een goede indicatie van de volksopinie. De Nederlandsche Unie schurkt qua ideeën dicht aan tegen de Nationaal Socialisten, zonder daar met uiterlijk vertoon in uniformen, zoals bij Nationaal Socialisten, voor uit te willen komen en is net als zij uit op vergaande samenwerking met Duitsland. Landshistoricus Lou de Jong beschuldigt de Unie later van collaboratie. Op haar hoogtepunt telt deze massabeweging 1 miljoen sympathisanten, waarvan 800.000 leden. Geen partij in Nederland was ooit zo groot.vi
De meest extreme fascistoïde partij is het Zwart Front dat in 1937 8178 stemmen behaalt. Op een bevolkingsaantal dat nog niet de helft telt van het huidige, is het aantal sympathisanten en leden van de fascistisch georiënteerde partijen ongekend. Ook de protestanten, met name in Duitsland, staan welwillend tegenover de Nationaal Socialisten. Zij verenigen zich daar in de Glaubensbewegung Deutscher Christen die hun gedachtegoed wil integreren in het christendom en de tot het protestantisme bekeerde joden verbannen. vii De streng protestantse minister president Colijn – met wie Balkenende dikwijls wordt vergeleken – en CDA-voorlopers als minister president De Geer en de latere minister president De Quay, zijn gefascineerd door het fascisme met zijn nadruk op de “gezonde” normen en waarden, bepleiten onderwerping aan en verregaande samenwerking met het “bevriende staatshoofd” en snoeren critici de mond. viii
Ondanks alle heldhaftige films rond 5 mei als “Soldaat van Oranje” die ons het tegendeel willen doen geloven, biedt slechts een kwart procent van de Nederlanders na 1940 georganiseerd verzet tegen de onderdrukking. 99,75% neemt niet actief deel, aldus De Volkskrant van 8 november 2006.ix
Het per 2 augustus 1934 aangetreden nieuwe staatshoofd van Duitsland is een held die de angst gaat wegnemen voor de “terroristen”, de communisten die op 27 februari 1933 tot ontreddering en paniek van de Duitsers, hun parlementsgebouw, de historische Reichstag, in brand zouden hebben gestoken. Daarom laat hij direct volgend op deze terreurdaad voor de “veiligheid” van de burgers op 23 maart 1933 een “Patriot-wet” door het parlement aannemen, die maatregelen mogelijk maakt die in de jaren daarna stapvoets steeds meer privacy, rechten en vrijheid afnemen. Deze Volmachtenwet (Ermächtigungsgesetz) ter bestrijding van het “terrorisme” geeft de overheid nagenoeg onbeperkte bevoegdheden en macht die zich voortdurend uitbreiden in de jaren erna. x
Onder de nieuwe maatregelen valt de invoer van de identificatieplicht met een persoonsbewijs voorzien van vingerafdrukken, een aangezichtsfoto, een persoonsnummer en gekoppeld aan een centrale database.xi Het volk, waaronder keurige burgers als joodse middenstanders, accepteert het persoonsbewijs begripvol: “wij zijn nette burgers en hebben immers niets te verbergen”, is hun argument. De maatschappelijke terreur zou voornamelijk afkomstig zijn van een bepaalde bevolkingsgroep met een “barbaars geloof”, gepresenteerd als gemeenschappelijke vijand. Via Mainstream Media als het ANP en de Telegraaf, documentaires, toespraken en pamfletten wordt deze boodschap voortdurend aan het volk op beangstigende wijze duidelijk gemaakt en de “War on Terror” verdedigd. xii
Om de burgers te beschermen tegen deze “terroristen” in het kader van de “Schutzhaft” krijgt de Gestapo, de geheime staatspolitie van Duitsland, per 30 november 1933 steeds meer bevoegdheden. Zo mag zij verdachte burgers op grond van hun “risicoprofielen”, opgeslagen in de centrale database tezamen met de gegevens van het persoonsbewijs, zonder verhoor door de rechter in hechtenis nemen en opsluiten in concentratiekampen. Dit overkwam huismoeder mevrouw Van Apeldoorn die op grond van haar “risicoprofiel” – haar broer was lid van een linkse partij en ze las de “foute” boeken – vier jaar in preventieve hechtenis wordt genomen in kamp Ravensbrück, aldus haar zoon in een ingezonden brief van 26 november 2006 aan De Volkskrant. In Nederland werken, de Gestapo en de Nederlandse overheid, nota bene, al vanaf het begin van de jaren dertig samen om deze “Marxistische en Joodse elementen aan te houden”, concludeert G. van Roon in een onderzoek beschreven in De Volkskrant van 19 december 1997.
Voor grootscheepse volksmanipulatie is, net als nu, beheersing van de massamedia cruciaal. xiii Het “juiste” nieuws over de strijd tegen de terreur, sport, educatie, doorspekt met “gezonde” normen en gezinswaarden wil Adolf Hitler – want over hem hebben we het – gelardeerd met voorlopers van soaps en reality TV, voortaan via de kabel naar iedere burger brengen. De Daily Mail publiceert op 21 oktober 2008 een artikel over hoe de nazi’s al in 1945 op het punt staan van een ultieme technologische doorbraak die massale overheidspropaganda en een big brother staat mogelijk zou maken, juist als de geallieerden binnenvallen. Dit technologische instrument speciaal ontwikkeld als spreekbuis van de macht en ter manipulatie van de massa heet, aldus de krant: …kabeltelevisie. xiv Later zullen Duitse wetenschappers in de Verenigde Staten de spil zijn in de ontwikkeling van geavanceerde futuristische technologie.
De Europese Economische Gemeenschap blijkt een nazi-ontwerp. Vooruitlopend op het Red House Report openbaart Hitler in 1940 zijn plannen om Europa politiek, sociaal en economisch tot een eenheid te smelten volgens zijn Nieuwe Orde of “Neuordnung.” Walther Funk, president van de Reichsbank, tevens minister van Economische zaken, ontwerpt samen met vakgenoten de blauwdruk van de Europese Economische Gemeenschap zoals de EU voorheen genoemd werd. In de serie essays uit 1942, getiteld “De Europese Economische Gemeenschap” (“Der Europaïsche Wirtschaftgemeinschaft” ), zetten vooraanstaande nazi-economen als Funk, professor dr. Jecht en vertegenwoordigers van corporaties en zakenverenigingen als de Verein Berliner Kaufleute und Industrieller, hun plannen voor Europa uiteen. In hoofdstuk 1 bepleit Walther Funk een totaal vrije markt voor de corporaties met een “volledige wegneming van import- en munteenheid-barieres.”xv
In deel 2 spreekt professor Jecht over de totale ineenstorting van het oude wereldeconomie-model na een korte periode van ongebreidelde vrije markt en het economisch “excessieve” protectionisme dat daarop volgt. De nazi-auteur schrijft dat “het alleen vanuit deze historische achtergrond mogelijk is het belang van de economische nieuwe orde van Europa in te schatten die is ingevoerd in de laatste paar jaren in een bijna adembenemend tempo.” “We staan nu op de drempel van een nieuwe periode in de historie van de wereldeconomie,” vervolgt hij, en eindigt zijn epistel met “…de creatie van een Europees economisch gebied dat immuun is voor Eurofobische invloeden…”xvi
Waar hebben we deze woorden eerder gehoord?
“De nazi-blauwdruk voor een verenigd Europa komt verbluffend veel overeen met de structuur van de Europese Unie, zoals wij die nu kennen,”
concludeert een vakblad voor bankiers “The International Currency Review.” Al eerder in 1940 presenteert de Reichsbank een ontwerp voor een Europese monetaire unie en in datzelfde jaar introduceert men de plannen voor een centrale Bank voor Europese Betalingen. xvii Walther Funk neemt tevens zitting in de in 1930 opgerichte Bank for International Settlements – de huidige centrale bank van de centrale banken, tezamen met nazi-autoriteit Emil Puhl, Herman Schmitz directeur van IG Farben en Baron von Schroeder, eigenaar van de J.H.Stein Bank, de bank die de Gestapo-tegoeden beheert. xviii Met een innige verstrengeling van bedrijfs- en overheidsbelangen vergelijkbaar met die van huidige politici, is Funk in zijn hoedanigheid als BIS-directielid, minister van economische zaken en Rijksbankpresident, de opvolger van Hitler’s financiële genie Hjalmar Schacht.
Ook Robert Edwin Herzstein, geschiedenisprofessor aan de Universiteit van Zuid Carolina, komt tot dezelfde conclusies over de nazi-plannen voor een corporatief Europa volgens ‘Der Neuordnung’ en de uiteindelijke dominering van een wereld waarin de werknemer geen rechten en niets te zeggen heeft in zijn boek When Nazi Dreams Come True. xix
Hitlers oorlog is een opstap naar een wereldsysteem van financiële controle in privé handen Hitlers Neuordnung is een mekka voor corporaties en corporatieve banken. Overheid, het corporate bedrijfsleven en bankwezen gaan een innig huwelijk aan. Mussolini ziet fascisme en corporatisme als eenheid als hij zegt: “Het is toepasselijker als men fascisme, corporatisme noemt want het is de samensmelting tussen staats- en corporate macht.” xx
Geen wonder dat Hitler zijn financiering ontvangt van banken en corporaties uit Amerika en ook uit Nederland. Professor Anthony Sutton bewijst in “Wall Street and the Rise of Hitler,” hoe de opkomst van Hitler en het nationaal socialisme enkel tot stand kon komen door de financiering van buitenlandse, voornamelijk Amerikaanse banken en corporaties, veelal in nauwe collaboratie met hun Europese tegenhangers of nevenvestigingen. xxi
William E. Dodd, ambassadeur voor Duitsland schrijft in 1937:
“Een kliek van VS-industriëlen zet alles op alles om een fascistische staat te stichten die ons democratische bewind omver werpt en werkt nauw samen met het fascistische regime in Duitsland en Italië. Ik heb op mijn post te Berlijn ruimschoots gelegenheid gehad om getuige te zijn van hoe “close” onze Amerikaanse regerende families zijn met het naziregime.” xxii
Deze “closeness” met het fascistisch gedachtegoed geldt ook voor de Nederlandse machtselite. xxiii
In hoofdstuk 1 schrijft Sutton dat een analyse van de contemporaine media-uitingen aantoont dat men destijds volledig op de hoogte is of kan zijn van de nazi-dreiging en activiteiten. Journalist George Seldes schrijft zelfs:
“…Hitler had de steun van het meest wijdverbreide tijdschrift uit de geschiedenis, “Readers Digest”, alsmede van negentien grootstedelijke kranten en een van de drie Amerikaanse persbureaus, het Hearst imperium van $ 220-miljoen.”xxiv
Bovendien schrijft hij dat de betrokken “firma’s in eigendom waren van dezelfde financiers die periodiek hun bankiershoeden afzetten en nieuwe opzetten als “staatlieden.” Als staatslieden formuleerden zij het Dawes en Young plan voor de terugbetaling door Duitsland van gigantische leningen aan de internationale bankiers. Ook Hitlers naziminister Hjalmar Schacht, net als zijn opvolger Funk zowel staatsman als bankier, neemt samen met andere nazi-corporatisten als A. Voegler van de Duitse Vereinigte Stahlwerke, zitting in de commissie van experts voor het ontwerp van het Dawes plan xxv Onder het kopje “B.I.S. – The Apex of Control” citeert Sutton professor Carroll Quigley, welke concludeert dat deze grenzen overstijgende alliantie van banken en corporaties
“…niets minder [is] dan [een middel] ter creatie van een wereldsysteem van financiële controle in privé handen, capabel om het politieke systeem van elk land en de wereldeconomie in haar geheel te domineren.”
Het vehikel hiervoor is de Bank of International Settlements te Bazel, de “spil van het systeem”, aldus Quigly.
Na zijn jarenlange archiefonderzoek komt Sutton, met overlegging van documenten en cijfermateriaal in hoofdstuk 12 tot de volgende conclusies:
Wall Street financiert de Duitse coporatieve kartels in het midden van de jaren twintig die op hun beurt Hitler aan de macht brengen. De financiering van Hitler en zijn SS straat-terroriseerders komt deels van partners of dochterondernemingen van Amerikaanse firma’s met inbegrip van Henry Ford in 1922, betalingen door I.G. Farben (=Duits-Amerikaans) en General Electric in 1933, direct gevolgd door aanvullende betalingen van Standard Oil uit New Jersey en I.T.T. tot 1944 aan Heinrich Himmler, leider van Hitlers SS.
Amerikaanse multinationals beheerst door Wall Street, profiteren aanzienlijk van Hitlers militaire opbouwprogramma in 1930 en doen dat tenminste tot 1942.
Dezelfde internationale bankiers gebruiken hun politieke invloed in de Verenigde Staten om hun oorlogscollaboratie te verhullen en om dit te doen infiltreren zij de U.S. Control Commission voor Duitsland. In hoofdstuk 1 presenteert Sutton bewijs dat de Dawes en Young plannen ten behoeve van de Duitse herstelbetalingen na de Eerste Wereldoorlog zijn geformuleerd door Wall Streeters, die op dat moment hun overheidspet dragen. Deze leningen genereren gigantische winsten voor het kartel van internationale bankiers. Schatrijk geworden door WOII is Amerika het enige land ter wereld dat sindsdien voortdurend betrokken is geweest bij een oorlog “voor vrede en democratie.”
Standard Oil, onder supervisie van de Rockefeller familie, helpt nazi-Duitsland aan de techniek ter ontwikkeling van synthetische olie. De International Telephone and Telegraph Company (nu I.T.T.) werkt aan beide kanten van de oorlog, demonstreert Sutton in hoofdstuk 5. Henry Ford steunt Hitler al sinds 1922 en Edsel Ford continueert de traditie in 1942 met de productie van oorlogsvoertuigen voor de Wehrmacht die in 1944 tegen de eigen Amerikaanse militairen zijn gebruikt als zij landen op de Normandische kust tijdens D-Day.
Een ander kopstuk van de internationale corporatieve elite dat Hitler steunt, is de grootvader van George W. Bush: Prescott. De Guardian beschrijft in een artikel van 25 september 2004 getiteld “How Bush’s grandfather helped Hitler’s rise to power” hoe Prescott Bush Hitler financieel dekt en mede aan de macht helpt. Als aandeelhouder verdient hij enorme sommen aan de nazi-leningen, geld dat, aldus de krant, de politieke Bush dynastie mogelijk heeft gemaakt. De Union Banking Corporation (UBC) waar opa Bush directeur van is, wordt in 1929 opgericht door de Nederlander H.J. Kouwenhoven, directeur van de August Thyssen Bank in Berlijn and van Fritz Thyssens Vereinigte Stahlwerke, tezamen met de Amerikaanse investeringsbank Brown Brothers Harriman, schrijft de Guardian. Het is een Amerikaanse dependance van de August Thyssen Bank die in 1926 eigendom wordt van Fritz Thyssen; “Hitlers engel” en sponsor. De bank functioneert als geldsluis naar nazi-Duitsland. De krant schrijft:
“Tegen het einde van de jaren dertig hebben Brown Brothers Harriman, die ‘s werelds grootste private investeringsbank claimt te zijn en UBC, voor miljoenen dollars aan goud , brandstof, staal, kolen en staatsobligaties gekocht en verscheept naar Duitsland, die zowel de opbouw van Hitlers oorlogsmachine voeden en financieren.”
De enorme goudinvesteringen van UBC gaan de aandacht trekken. Op 30 juli 1942 publiceert de New York Herald-Tribune een artikel over de UBC-bank getiteld: “Thyssen heeft $ 3.000.000 aan contanten in New Yorkse kluizen.”xxvi De transacties met nazi-geld laten Bush geen windeieren leggen. “Bush heeft aanzienlijke winsten behaald uit Auschwitz slavenarbeid” schrijft Clamor Magazine op 14 mei 2002. De winsten uit de concentratiekampen worden doorgesluisd via Rotterdam naar de UBC. De schatrijk geworden directeur van deze VS-bank, Prescott Bush zou echter van alles niets geweten hebben.
In hoofdstuk 10 van “Wall Street and the Rise of Hitler” toont Sutton dat het omstreden in 1933 door Van Holkema & Warendorf in Nederland verschenen boekje van Sidney Warburg, getiteld “De geldbronnen van het Nationaal Socialisme” feitelijk wel degelijk juist is. Het werkje wordt direct na de publicatie uit de handel genomen en de overgebleven exemplaren vernietigd. Een exemplaar dat enige tijd geleden is teruggevonden is opnieuw gepubliceerd door Uitgeverij Elmar. In het boekje beschuldigt de auteur de Rockefellers, Warburgs en de belangrijkste oliecorporaties, waaronder Shell, ervan Hitler te hebben gefinancierd met Nederland als financieel knooppunt.
Sutton beschrijft in drie boeken, tezamen de “Wall Street and…” -trilogie, hoe de groep van internationale bankiers en corporaties tegenover elkaar staande kampen financiert met als doel macht en gewin door politieke oproer, financiële crises, revoluties en oorlogsvoering. Moedige, zelfopofferende soldaten denken hun leven te geven voor “volk en vaderland”, miljoenen onschuldige burgers vinden de dood: Zowel het Bolsjewistische Socialisme (=communisme) en de Trotski-Lenin revolutie van 1917, het Nationaal Socialisme (=nazisme) met de machtsovername in 1933 van Adolf Hitler, als het New Deal Socialisme met de verkiezing in 1933 van Franklin D. Roosevelt wordt door hen gefinancierd en gesteund. Daarbij stelt hij in hoofdstuk twaalf dat het in het financiële belang van de internationale bankiers is om de macht te centraliseren, hetgeen het best gerealiseerd kan worden in een collectivistische maatschappij zoals, bijvoorbeeld, geportretteerd in de Neuordnung vormgegeven in Funks “Der Europese Wirtschaftgemeinschaft” , het tussenstation voor een mondiaal machtssysteem.
Nederland naast Amerika spil in de financiering van nazi-Duitsland Het aandeel van Nederland in de organisatie rond, en de daadwerkelijke financiering van Hitler is opmerkelijk groot geweest. In hoofdstuk 7 beschrijft Sutton het aandeel van Shell met verwijzing naar een boek van Glyn Roberts. In “The Most Powerful Man in the World” beschrijft Roberts de Nederlandse zakenman Henri Deterding als persoonlijk financier van Der Führer. De aanduiding “belangrijkste man ter wereld” is van Deterding zelf afkomstig. Op zijn begrafenis in 1939 is zijn doodskist omringt door nazivlaggen en nazi-prominenten, terwijl Adolf Hitler als dank voor bewezen diensten een krans laat bezorgen. xxvii
Steeds meer feiten over de rol van Shell komen aan het licht. Op 7 augustus dit jaar publiceert John Donovan een artikel getiteld “Bewijs van hoe Koninklijke Nederlandse Shell, Hitler en de nazipartij redt.” Dankzij een enorme financiële injectie door Shell wordt Hitlers partij van ineenstorting gered met indirect miljoenen doden tot gevolg. Deterding heeft een vier dagen durende bijeenkomst met Hitler in het Adelaarsnest te Berchtesgaden. Een van de motieven is toegang tot nieuwe olievelden. Documenten van de Amerikaanse inlichtingendienst typeren Shell als nazi-collaborateur en exploitant van nazi-slavenarbeid, schrijft Donovan. xxviii
Het Vrije Volk publiceert op 20 september 1947 een artikel over hoe Shell samen met Standard Oil de bezinefabricage voor Hitlers Luftwaffe financiert. xxix Ook heeft Shell een aandeel van 25% in Deutsche Benzinewerke en deels een supervisietaak over IG Farben. Net als Philips produceert Shell met goedvinden van de Nederlandse overheid voor de Duitse oorlogsmachine, gebruikmakend van slavenarbeid. Bijna anderhalf duizend slaven hebben volgens pagina 374 van “Verzeichnis der Haftstatten unter dem Reichsfuhrer-S.S.” onder de meest erbarmelijke omstandigheden voor deze corporatie gearbeid. xxx Shell behoort tot de 255 nog actieve bedrijven die in de nazi-tijd van slavenarbeid gebruik hebben gemaakt zonder de slachtoffers te compenseren, aldus de Los Angeles Times, Orange Country Edition van 8 December, 1999.xxxi
Volgens bovengenoemd artikel in The Guardian van 25 september 2004 staat Bush’s Union Banking Corporation in direct contact met de Rotterdamse Bank voor Handel en Scheepvaart (BHS). Sutton beschrijft in hoofdstuk 10 van zijn boek hoe via deze bank, de Mendelsohn & Co Bank te Amsterdam en een Italiaanse bank, het geld voor Hitler wordt doorgesluisd en hoe omgekeerd via de Rotterdamse BHS nazi-winsten worden wit gewassen en geruisloos naar de New Yorkse UBC worden overgemaakt om te ontkomen aan eventuele herstelbetalingen na de oorlog. De Bank voor Handel en Scheepvaart blijkt de spil in het doorsluizen van nazi-geld. De bank is eigendom van de Nederlands-Hongaarse-Zwitserse broers staalmagnaat Fritz Thyssen en de in Scheveningen geboren Baron Hans Heinrich Thyssen-Bornemisza. Fritz gaat prat op zijn steun aan Hitler en publiceert in 1941 zijn boek getiteld “Ik financierde Hitler.” Op de bankrekeningen van de BHS worden de oorlogswinsten van ondermeer slavenwerkkampen als Auschwitz geparkeerd.
Net als Bush een financieel belang heeft in de Amerikaanse vestiging van Thyssen, de Union Banking Corporation, heeft Koningin Wilhelmina, grootaandeelhoudster van de Nederlandsche Handels Maatschappij (op haar beurt erfgename van de VOC-slaven en harddrugshandel xxxii) een belang in deze Thyssen vestiging te Rotterdam. De NRC bericht hierover op 1 juni 1991 in “Operatie Juliana” waarbij een deel van het Oranje-kapitaal oorspronkelijk geparkeerd bij de BHS, in 1946 hals over kop vanuit de moederbank te Berlijn, de August Thyssen Bank, naar Nederland wordt gesmokkeld teneinde confiscatie door de Russen of geallieerden te verhinderen. Onderzoeksjournalist Ton Biesemaat schrijft dat hem uit dossieronderzoek is gebleken dat de geldsmokkel veel omvangrijker is dan de NRC meldt. Het veel grotere nazi-vermogen van de familie Thyssen smokkelt men terug naar Rotterdam. Dankzij kringen rond Prins Bernhard – de prins is dikke maatjes met Hans Heinrich – is de TBG Thyssen Bornemisza Groep sinds 1948 weer springlevend. xxxiii
De terreuraanslagen blijken nep; de “complotters” krijgen gelijk Als de oorlog in 1945 ten einde is, is tevens de betovering van Hitler voorbij. De massa realiseert zich steeds meer zijn ware aard. Aanvankelijk worden de twijfelaars aan de voorgewende toedracht van de terreuraanslag op de Rijksdag nog weggezet als paranoïde aanhangers van samenzweringstheorieën maar de geruchten dat Hitler de brand zelf zou hebben laten aansteken worden steeds sterker. Op 12 januari 2008 schrijft The Guardian dat de jonge Nederlandse communist Martinus van der Lubbe ten onrechte door de nazi’s als aanstichter van de brand is beschuldigd en onthoofd gezien het concept dat de nazi-rechtspraak indruiste tegen de basisideeën over rechtvaardigheid. Hitler had de terroristische aanslag nodig om de verregaande beperking van privacy en burgervrijheden “voor de veiligheid” aannemelijk te kunnen maken met als doel de Neuordnung in Europa. Van der Lubbe wordt 75 jaar na dato vrijgesproken na jaren getouwtrek. xxxiv Al deze inspanning lijkt zinloos als Van der Lubbe toch de initiator is van de terreuraanslag.
Historicus Alexander Bahar en psycholoog/fysicus Wilfried Kugel onderzoeken 68 jaar na de terreurdaad 50.000 bladzijden aan juridische en Gestapo-documenten uit de nazitijd die tot 1990 liggen opgeborgen in Moskou en Oost-Berlijn. Het resultaat is een opmerkelijk en explosief 800 pagina’s dik boekwerk, getiteld “De Rijksdagbrand – hoe geschiedenis wordt gecreëerd” dat voor het eerst nagenoeg compleet bewijs levert dat de nazis de Rijksdagbrand zelf hebben aangestoken en daarmee definitief de Van-der-Lubbe-mythe hebben ontkracht. xxxv
Hitler zei overigens zelf al: “Terreur is het beste politieke wapen daar niets mensen meer aanspoort dan de angst voor een plotselinge dood.” xxxvi
Na de oorlog richten overheden, internationale corporaties en banken in rap tempo mondiale instituten op als de Wereldbank, het Internationaal Monetair Fonds, de Wereldgezondheidsorganisatie, de Noord-Atlantische Verdrags Organisatie met een internationaal leger en de Verenigde Naties, dit alles “ter bewaking van de vrede en democratie en ter voorkoming dat er ooit weer een tweede wereldoorlog uitbreekt” zo luidt de officiële uitleg. Het is dé kans om de uitkomsten van de oorlog te benutten ter verdere centralisering van de macht en de mogelijkheid op een collectivistische, gecontroleerde maatschappij te vergroten.
De centrale rol van Nederland bij de grondvesting van een naoorlogs corporatief Europa Nederland behoort bij de oprichtende lidstaten van het eerste uur. De in 1996 overleden “Mister Europe”, VVD-er Hans R. Nord, neemt een cruciale voortrekkersrol in bij de vorming van de Europese Economische Gemeenschap. Mister Europe wordt gezien als een van de belangrijkste grondvesters van het Europees Parlement. Hij is onder meer juridisch adviseur van de corporatieve big-pharma lobby, de Koninklijke Nederlandse Maatschappij tot Bevordering der Pharmacie van 1946 tot 1962, secretaris-generaal van het Europees Parlement van 1962 tot 1979 en voorzitter van de Beweging Europese Federalisten van 1950 tot 1958. In weekblad “De Baanbreker” publiceert hij in 1945 een drietal artikelen. In het artikel getiteld “Voor een federatief Europa” schrijft hij:
“Het probleem van een nieuwe wereldorde is op het ogenblik meer acuut dan ooit. Nu de oorlog voorbij is, en daarmede de voornaamste prikkel tot samenwerking tussen de grote mogendheden is weggevallen, is het noodzakelijk dat men gaat beseffen wat het winnen van de vrede van ons allen zal vergen, een krachtsinspanning die zeker niet minder groot is dan die, welke tot het verslaan van de vijand heeft geleid.”
Nord continueert in het artikel met uit te leggen dat voor een Europese superstaat de soevereiniteit van de afzonderlijk staten moet worden opgeheven, hetgeen betekent dat defensietaken, buitenlandse zaken, internationale financiering en betaalverkeer in handen komen van de Europese federatie. In “Praktische consequenties van een Europese federatie” beklemtoont hij dat nog eens en zegt dat een Europese federatie “geen doel op zich [is] maar een eerste stap naar wereldfederatie.” xxxvii
In 1954 is Prins Bernhard een van de twee oprichters van de Bilderberggroep en tevens voorzitter. Bernhard is onder Hitler werkzaam voor de spionagedienst van het nazi-chemiebedrijf IG-Farben, verantwoordelijk voor de productie van het concentratiekampgas Zyclon-B. Hij is lid van de Sturmabteilung van Hitlers partij de NSDAP en van een onderdeel van Hitlers paramilitaire terreurpolitie, de Reiter-SS. xxxviii
De Bilderberggroep onder leiding van Zijne Koninklijke Hoogheid is een van de belangrijkste pleitbezorgers van een verenigd Europa. In een aflevering uitgezonden op 6 januari 2004 van VPRO’s “Andere tijden” getiteld “Bilderbergconferentie 1954” wordt gesteld dat de eerste conferentie vooral dient om de anti-Amerikaanse gevoelens bij de Europeanen weg te nemen en eenheid onder de naties te bevorderen, te beginnen met een verenigd Europa. Majoor-generaal F. Howley, net terug van een Europareis, verwoordt de argwaan van het volk gedomineerd te worden door de Amerikaanse banken en corporaties met de woorden: “we gebruiken ons geld hen te vertellen hoe te leven.” Aan de andere kant is er de Amerikaanse irritatie over de schroom van Europa om, bij wijze van dank voor de geboden oorlogshulp, mee te willen werken aan de oorlog tegen de nieuwe “terroristen”, in dit geval de communisten.
Deze vijand is echter, net als de Nationaal Socialisten, gecreëerd voor persoonlijke macht en gewin. Anthony Sutton bewijst in “Wall Street and the Bolshevik Revolution” hoe hetzelfde internationale kartel van banken, corporaties en overheidsvertegenwoordigers het communisme met geld en steun in het zadel helpt en de revolutie van 1917 mogelijk maakt.xxxix Nu is het geen Duits staatshoofd maar een Amerikaanse president die de wereldbevolking door te appelleren aan angst voor “de terroristen” voor zijn machtsbelangen probeert over te halen. In de VPRO-documentaire roept president Harry S. Truman in 1951 de “Naties van de Vrije Wereld op zich te bewapenen voor de Vrede” (bewapening of oorlog = vrede):
“Onze huizen, onze natie; alles waarin we geloven verkeert in groot gevaar! Het communisme is bereid om de wereld in een oorlog te storten om haar zin te krijgen. […]We breiden ons materieel in hoog tempo uit. […] laat geen agressor denken dat we verdeeld zijn.”
David Rockefeller, kernlid en stamgast bij de conferentie vanaf het eerste uur, verwoordt het doel van de bijeenkomsten als volgt: “Particulieren uit diverse hoeken van het bedrijfsleven samen te brengen [waaronder corporaties als Shell en Unilever] met personen met een openbare functie om over kwesties van mondiaal belang te praten.” Het is een ondemocratisch samengaan van staats- en corporate macht waaraan de burger in het geheel niet te pas komt.
Hoe nazi’s na de oorlog topfuncties verkrijgen bij de overheid en in de wereld van wetenschap en technologie Duizenden kopstukken van de nazi-elite zoals wetenschappers en zakenlieden, waaronder oorlogsmisdadigers, worden na de oorlog veelal via elitaire old boys netwerken en geheime projecten die schuilgaan onder namen als “Odessa” – waarbinnen 50.000 nazi’s in Noord- en Zuid-Amerika zijn gerealloceerd – aan een nieuwe identiteit en bestaan geholpen. Amerika’s gezant in Duitsland, John Mc Coy verleent in 1957 amnestie aan nazi-industriëlen die zijn veroordeeld voor oorlogsmisdaden. Papieren worden vervalst, misdadigers gedenazificeerd, de herkomst van de werknemers geheim gehouden. Velen belanden op topposities bij de overheid, NASA, de CIA en diverse corporaties. Sommigen blijven in Europa. Het meest in trek zijn echter Argentinië en de Verenigde Staten. Critici stellen zich de vraag of deze grootscheepse invoer van oud-nazi’s geen ideologische vervuiling van het staatsapparaat teweeg heeft gebracht.
Zo haalt de Amerikaanse overheid onder de schuilnaam Operation Paperclip vanaf 1945 minimaal 1500 voormalig nazi-wetenschappers uit Duitsland voor sleutelposities bij de NASA, CIA en de Amerikaanse oorlogsindustrie. Onder de gerekruteerde bevinden zich Wernher von Braun, ontwikkelaar van de V-2 raket die uiteindelijk word gekoppeld aan de atoombom en nazi-arts Hermann Becker-Freyseng die medische experimenten uitvoert op Dachau-concentratiekampgevangenen. Wernher wordt leider in de Amerikaanse ruimtevaarttechnologie. Kurt Blome, nazi-hoofd bacteriologisch onderzoek die te Dachau medische experimenten verricht op onvrijwillige slachtoffers en verantwoordelijk wordt gesteld voor de moord op tienduizenden Polen, krijgt een functie bij defensie, afdeling chemische oorlogsvoering. Klaus Barbie, de “slachter van Lyon” rekruteert men voor de inlichtingendienst, net als Reinhard Gehlen en Alois Brunner, verantwoordelijk voor de dood van 140.000 joden.
De andere populaire bestemming is Argentinië alwaar het Perón-bewind Hitlers fascisme een warm hart toedraagt. Historicus P. Farell, beschrijft in zijn boek “Nazi International” hoe er plannen bestaan om met hulp van Juan Perón, IG Farben en Martin Bormann in Zuid Amerika een nieuwe nazistaat op te richten. Prins Bernhard, oud medewerker van IG Farben, is een goede vriend van de familie Perón. In 1951 decoreert Bernhard, Evita Perón met het grootkruis van Oranje Nassau. Daarvoor bezoekt hij Argentinië in elk geval in 1943, aldus Ton Biesemaat, voor een ontmoeting met zijn verwanten, de Zorreguieta’s. xl De BBC meldt op 8 mei 2007 hoe Prins Bernhard als “KLM-director” (lid van de raad van commissarissen van de KLM) destijds, “mogelijk” betrokken zou zijn bij de vlucht van hoge nazi’s naar het Zuid-Amerikaanse land in de periode 1945 tot 1955. Dit gebeurt volgens de Netwerk documentaire van 1 mei 2007 met medeweten en toestemming van de Nederlandse overheid en de KLM-top. Meer dan 150 nazi-families vluchten met actieve medewerking van de KLM vanuit Zwitserland, onderwie de architect van de holocaust, Adolf Eichmann. De passagierslijsten zijn inmiddels vernietigd. xli
De tweede Reichstagbrand: TIME-Magazine’s “man van het jaar” en zijn “War on Terror” Het is 2000 als het gerenommeerde TIME-Magazine de kleinzoon van Prescott Bush uitroept tot “man van het jaar.”xlii In 2001 is hij uitgegroeid tot held die de angst gaat wegnemen voor de “terroristen”, de moslimfundamentalisten die op 11 september 2001 tot ontreddering en paniek van de wereld, het World Trade Center zouden hebben verwoest met 3000 doden tot gevolg. Daarom laat hij direct volgend op deze terreurdaad voor de “veiligheid” van de burgers de “Patriot-wet” door het Congres aannemen, die maatregelen mogelijk maakt die in de jaren daarna stapvoets steeds meer privacy, rechten en vrijheid afnemen. Deze volmachtenwet ter bestrijding van het “terrorisme” geeft de overheid nagenoeg onbeperkte bevoegdheden en macht die zich steeds meer uitbreiden in de jaren erna.
Nederland, satelliet van Amerika, volgt in alle opzichten. Talloze burgerrechten en privacy afbrekende maatregelen voert de overheid in. Onder de nieuwe “veiligheids”-maatregelen valt ook de invoer van de identificatieplicht met een persoonsbewijs voorzien van vingerafdrukken, een gezichtsscan en een persoons- of BSN-nummer, alles gekoppeld aan een centrale database. xliii Nederland speelt in Europa een sleutelrol bij de invoer. Het volk, waaronder keurige burgers als moslim-middenstanders, accepteert het persoonsbewijs begripvol: “wij zijn nette burgers en hebben immers niets te verbergen”, is hun argument. (In de NU van 26 oktober 2009 constateert een EU-expert dat slechts 35% van de Nederlanders zich bekommert om de privacyaspecten). De maatschappelijke terreur zou voornamelijk afkomstig zijn van een bepaalde bevolkingsgroep met een “barbaars geloof”, gepresenteerd als gemeenschappelijke vijand. Via Mainstream Media als het ANP-nieuws en de “kwaliteitskranten” wordt deze onware boodschap gelardeerd met Tjibbe Joustra’s terreuralarmen, voortdurend aan het volk op beangstigende wijze duidelijk gemaakt en de “War on Terror” verdedigd. xliv Eén politieke partij spreekt zelfs van massale deportatie van deze bevolkingsgroep. xlv
Om de burgers te beschermen tegen deze “terroristen” krijgen justitie, politie en de AIVD, de geheime staatspolitie van Nederland, steeds meer bevoegdheden. Het heringevoerde persoonsbewijs is, schrijft de NRC van 11 juni 2009, “een in aanleg nationaal opsporingsregister.” Zo is het een koud kunstje om verdachte burgers op grond van hun “risicoprofielen”, opgeslagen in deze centrale database tezamen met de gegevens van het persoonsbewijs, te arresteren. Van terrorisme verdachte burgers mogen zonder verhoor door de rechter uitgeleverd of, in Amerika, in hechtenis genomen en opgesloten worden in concentratiekampen als Guantánamo Bay en andere minder bekende gevangenissen of geheime kampen. Uitlevering zonder tussenkomst van een Nederlandse rechter overkwam bijvoorbeeld Robert Hörchner in het kader van het recente Europees Arrestatie Bevel (EAB) of Uitleveringsverdrag. xlvi Alleen al in de periode sinds de invoer in 2001 tot begin 2005 is er meer dan 2600 maal gebruik gemaakt van het EAB. xlvii
De aanslagen van deze “tweede Reichtag-aanslag” blijken opnieuw nep. Talloze malen is aangetoond hoe de wolkenkrabbers van het World Trade Center rechtstandig in vrije val op hun plattegrond zijn neergekomen zoals gebruikelijk bij het gecontroleerd met springstoffen opblazen van gebouwen. Steeds duidelijker wordt hoe elementen binnen de overheid in werkelijkheid achter de aanslagen zitten.xlviii De mainstream media en politieke leiders weigeren te onderzoeken. Schrijnender is dat opnieuw sommige burgers fungeren als “gatekeepers” van de gevestigde orde. Zij beschermen de daders door iedere twijfel aan het officiële verhaal te ridiculiseren, feiten te ontkennen en oprecht onderzoek in een kwaad daglicht te stellen en zijn daarmee, net als de politici en mainstream media, in feite medeplichtig aan een van de ernstigste misdaden uit de geschiedenis.
Politiek activist en professor linguistiek Noam Chomski zegt bij een interview in The Commonwealth Club te San Francisco op 6 oktober jongstleden, dat er sprake is van een beangstigende analogie tussen de huidige door corporatiebelangen bepaalde nieuwsvoorziening met die van de Weimar Republiek vlak voor Hitlers aantreden. De schuld van de problemen leggen zij voortdurend bij bepaalde bevolkingsgroepen waardoor de roep om een sterke leider steeds harder wordt en de aandacht van de werkelijke problemen en veroorzakers afgeleid. Divide et impera. xlix
Op weg naar de corporate Europese superstaat Intussen gaat de vorming van een corporate superstaat Europa in een steeds rapper tempo. De “terreuraanslagen” blijken een zegen voor de vorming van een Europees controleapparaat dat al het gaan en staan van de burger reguleert en controleert.
Zo is er volledige meningsvrijheid zolang men maar de juiste inzichten verkondigt. De in april dit jaar aangenomen nieuwe EU-richtlijn tegen discriminatie bepaalt dat woorden waarmee voor gelovigen, gehandicapten, anders geaarden, etnische groepen en ouderen “een bedreigende, vijandige, beledigende, vernederende of kwetsende omgeving wordt gecreëerd” strafbaar worden, schrijft de Dagelijkse Standaard op 7 augustus onder de titel: “Katholieken zijn bang maar eigenlijk moeten we dat allemaal zijn!” Politici als Hirsch Ballin sluiten bij de EU-teneur van verdachtmaking aan door gevoeligheden bij bepaalde groepen als gelovigen, homoseksuelen en ethische minderheden uit te buiten als vehikel ter beknotting van de vrijheid van meningsuiting en vergroting van overheidsmacht.
Zelfs de doodstraf herintroduceert men via de kleine lettertjes. In de met dwang, bedrog en volksverraad ingevoerde Europese Grondwet, bekend onder de naam “Verdrag van Lissabon”, ontdekt Professor Karl Albrecht Schachtschneider een voetnoot waarin staat dat, hoewel er formeel geen doodstraf in de EU meer wordt uitgevoerd, er van deze regel zal worden afgeweken bij “vijanden van de staat” in geval van oorlog, rellen en grote sociale onrust. l Met andere woorden: “terroristen.” En wie zijn dat? De Daily Express van 17 juni 2007 rapporteert dat tegenstanders van de EU worden gezien als terroristen: “Degenen die anti-EU zijn zijn terroristen”, oreert een Europoliticus. Het is namelijk “psychologisch terrorisme om het spook van de Europese superstaat te suggereren” is de politiek-correcte mening, aldus de krant.li
Maar er zijn inmiddels geruisloos preventieve maatregelen getroffen. Eurogendfor , het Europese Gendarmeriekorps is de onlangs speciaal opgerichte internationale paramilitaire terreurpolitie die moet optreden tijdens oproer door “burgerterreur”. Hoewel globalisering volgens de officiële opvatting van wereldpolitici juist vrede in de hand zou werken, zijn er uitgebreide plannen voor een Europees leger met bijbehorende industrie, waarvoor, gezien de economische neergang, veel belangstelling zal zijn bij laaggeschoolde werklozen. De Telegraph van 18 februari 2009, schrijft dat het Europees Parlement de blauwdruk van een Europees leger binnenkort goedkeurt, terwijl de Times van 9 mei eveneens dit jaar, schrijft hoe duizenden bij het leger gaan om aan de recessie te ontsnappen. lii
Voor corporaties is de Europese Unie de uitkomst van een door de bezitters van deze wereld langgekoesterde droom met een corporatiegerichte grondwet die de burgers met geweld door de strot is geduwd. Een schijndemocratie waarin het parlement slechts een adviserende rol heeft en de werkelijk besluitvormende organen, de Europese Commissie en de Raad van Ministers zijn benoemd en besluiten nemen achter gesloten deuren, ingefluisterd door de wereld van het grote geld. liii Een corporatiedroom: Artikel III-209 en III-210 (nr. 2 pargr. b) van de grondwet, bijvoorbeeld, zullen tot resultaat hebben dat het minimumloon steeds lager zal worden. Artikel II-94, de Slotakte (Titel IV, artikel 34, uitleg) en artikel III-209 ontheffen de EU tot verplichtingen van sociale hulp, terwijl de dienstenrichtlijn 93/104 toestaat om mensen tot ver na hun 65ste te laten werken. De Slotakte (Titel IV, art. 32, toelichting) en de dienstenrichtlijn 94/33 maken het mogelijk kinderen vanaf 13 jaar te werk te stellen. liv De Franse krant Le Soir van 27 oktober 2009 schrijft onder de kop “De verborgen agenda van het Lissabonakkoord” over het plan van de Europese Commissie om in 2015 een enorme trans-Atlantische markt te vormen met de Verenigde Staten waarbij zoveel mogelijk obstakels uit de weg geruimd moeten worden die vrije handel, investeringen en commerciële diensten in de weg staan, volgens het beproefde recept van flexibilisering, individualisering, verminderde rechten, vermindering van sociale zekerheden, minder solidariteit, liberalisering en deregularisaties. Nederland is vurig pleitbezorger. Als vehikel hebben de regering van Amerika en de Europese Commissie in samenspraak met de multinationals de Trans Atlantic Business Dialogue (TABD) opgericht die de grootste Europese en Amerikaanse privé ondernemingen representeren. De bijeenkomsten van de TABD waarin de betrokken corporaties de overheden “adviseren”, vinden net als bij de Bilderberggroep plaats achter gesloten deuren.
Nederland is koploper als het gaat om het bevoorrechten van multinationals boven de burgers. Volgens hoogleraar belastingrecht Geerten Michielse in het Tv-programma Zembla van 18 oktober 2009 betalen corporaties in Nederland gemiddeld 6% belastingen waardoor ons land met Liechtenstein en Bermuda een waar belastingparadijs vormt voor corporaties, die hier dan ook en masse hun brievenbusadressen hebben gevestigd. Per jaar loopt ons land daardoor 16 miljard aan belastinginkomsten mis. In één klap kan met dit geld het AOW-gat van “slechts” drie miljard worden gedicht. Voormalig corporatie-directeur en thans namens de staat ABN AMRO-bankeigenaar in een exotische combinatie met het politiek leiderschap van de Partij voor de Arbeid (de partij die het in een heel ver verleden voor arbeiders opnam en daarvoor zelfs was opgericht): Wouter Bos – ontkent deze feiten in het acht uur-journaal.
De eigen burgers daarentegen buit de overheid al decennia lang uit. Nederland staat met zijn belastingschijf van 52 procent in de top-drie van de landen met de hoogste belastingtarieven ter wereld, aldus de Elsevier van 5 mei 2009. Feitelijk is dit extreme percentage aan eigendomsafdracht een vorm van moderne horigheid. Niet voor niets zijn in dit land overheid, corporaties en bankwezen al sinds de zeventiende eeuw drie gezichten van dezelfde club.lv
Een eendere constructie heeft men voor Europa bedacht, uiteindelijk uitmondend in een – om Caroll Quigly nogmaals te citeren – “wereldsysteem van financiële controle in privé handen.”
..Dat wil zeggen; als de burgers dat toestaan…
(Lees ook ” de financiering van Hitler ” )