Naar Neurenberg2, met de Fyra desnoods

Complottheoriën zijn voor gekken, dictators en mensen die beter weten. Ongelukkig genoeg weten we steeds beter. Naarmate de eurocrisis Europa, de EU èn ons meer in zijn greep krijgt, des te meer lekt er uit over het complot waar we met zijn allen onwetend van het doel zijn ingelokt. Ondertussen is het punt bereikt dat je wel ziende blind moet zijn om nog langer te kunnen ontkennen wat er gaande is. Of dik en dik betaald door de Eurocraten, natuurlijk. Betaald voor landverraad, want het iets anders noemen gaat niet langer.

Terwijl ik dit zit te schrijven tuimelen de klassieke citaten me door het hoofd – van de uitspraak dat “het verwezenlijken van de idealen van een enkel mens vele duizenden tot de hel veroordeelt”, tot de klassieke Britse uitspraak van E.M. Forster:

If I had to choose between betraying my country, and betraying my friend, I hope I should have the guts to betray my country.

Dat laatste citaat is door een aantal van onze geliefde leiders de afgelopen dertig jaar iets te zeer ter harte genomen. Vandaar de eurocrisis. Onze welvaart is verraden voor een ideaal, dat verstandige mensen met kennis van zaken direct als fictief hadden herkend. Maar politici zijn geen verstandige mensen met kennis van zaken. Politici zijn vooral hoeren, die zozeer pluimen in de reet gestoken hebben gekregen, dat ze denken pauwen te zijn geworden. Pauwen die de academie van Plato denken waard te zijn, om van daaruit te kunnen regeren over de wereld. Pauwen met een vooruitziende blik, waarover de fabel gaat – die De La Fontaine vergat op te schrijven – ter lering ende vermaeck.

Vanwaar deze plotselinge uitval? Gisteren lekte een rapport (pdf) van het IMF uit (Zie daarover ook ons artikel vandaag op DDSFI, VANAF 09.30 uur!!), dat met recht voer voor complottheoristen is. Maar het rapport beschrijft slechts – feitelijk in omfloerste termen – de waanzin die de Griekse bailouts tot gevolg hadden.  Erger nog vond ik echter het interview met de Belgische hoogleraar Paul de Grauwe dat vorig jaar in de New York Times verscheen, en ik pas gisteren voor het eerst zag. De Grauwe was voorheen hoogleraar in Leuven, en is thans docerend aan de London School of Economics. De grand old man van de Belgische economen. Deze man is van nature redelijk kritisch, maar van pure afkeer jegens het europroject heeft men hem nooit kunnen betichten. Dat versterkt de ratio van het verhaal dat hij hier vertelt.

In het kort: 20 jaar geleden werden prominente Europese economen uitgenodigd door de EU om te werken aan het realiseren van de euro. Wie te kritisch was, werd niet meer gevraagd, totdat nog slechts gelovigen en idioten (mijn woorden) overbleven.

“The European Commission did invite economists to present their views. 

It was a Darwinian process. I was invited, but  when I expressed my doubts I wasn’t invited anymore.

In the end only  the enthusiasts were left.”

Het maakt volstrekt en onloochenbaar duidelijk, dat de euro slechts een middel is tot Europese eenwording, en dat de economische ellende die er door veroorzaakt wordt betreurenswaardig is, maar niet meer dan dat. Kortom: iedereen die er het afgelopen jaar aan heeft meegewerkt op Europees niveau, is er minstens even schuldig aan, aan onze huidige economische ellende. Inclusief onze eigen regering. Er zijn geen smoesjes meer, SS’ers die na de oorlog riepen het allemaal nicht gewusst zu haben, zijn betrouwbaarder en hadden mogelijk meer recht van spreken.

Tsja, wat nu? Eerst en vooral moeten we maar hopen dat de verkiezingen voor het EP voldoende overtuigend zijn qua uitslag. Slap hè? Democratische gezindheid is er moeilijk uit te krijgen als je geen Eurocraat bent. Al is het wellicht dienstig al tijdens de verkiezingen eurofiele politici uit te maken voor wat ze zijn: landverraders, landverraders, landverraders.

Want de conclusie die voor mij glashelder is, is dat de leiders voor zover nog in leven dienen te worden berecht, en vervolgens gedeporteerd. In Berlijn staat nog steeds de Spandaugevangenis – laat de Eurocraten daar wegrotten tot ze op natuurlijke wijze de vergetelheid in glijden. Helmut Kohl, Wim Kok, Jacques Delors, inpakken en afvoeren, allemaal. En dan mogen ze van geluk spreken dat we tegenwoordig beschaafder zijn dan in bijvoorbeeld 1672, of 1945 zo u wilt.

Dat Angela Merkel de politieke erfgename van Helmut Kohl is, maakt een en ander wel steeds logischer, zal ik u bekennen.

En die spreekwoordelijke Fyra die ik in de titel aanhaalde? Die staat voor de hindernissen en gevaren die de leden van de EU op weg naar Neurenberg2 bedreigen. Maar naar ik vrees is er niet beter. Moeten we daarom maar van die reis afzien? Naar mijn idee geenszins.

Dit bericht verscheen eerder bij de dagelijkse standaard: auteur Hannibal

Bezoek ook eens de website www.odvn.nl

De neoliberale maatschappij maakt mensen niet zomaar ziek; ze vernietigt de eigen sociale verbanden.

De neoliberale maatschappij maakt mensen niet zomaar ziek; ze vernietigt de eigen sociale verbanden.

Er zijn van die films die op het netvlies van een generatie gebrand staan. One Flew over the Cuckoo’s Nest uit 1975 behoort daartoe. In twee uur tijd komt alles aan bod wat foutliep in de psychiatrie van toen: onbetrouwbare diagnoses, sociaal afwijkend gedrag benoemd als psychiatrische ziekte, dwangbehandeling en overmedicalisering. Iets meer dan tien jaar later werd ik als jong broekje belast met het onderwijs in de psychodiagnostiek. ‘Belast’ is het juiste woord: niemand van het toenmalige professorenkorps wilde het vak doceren. Wetenschappelijk onderzoek had aangetoond dat de diagnostische labels grotendeels onbetrouwbaar waren. De veronderstelde biologische basis van die diagnoses was grotendeels een fabeltje gebleken. Psychofarmaca werden veel te vaak voorgeschreven, en dat bovendien binnen de context van een behandeling die steevast neerkwam op verplichte aanpassing. Dit alles kreeg toen zeer ruime aandacht via literatuur, films en de algemene pers.

Inmiddels zijn we een dikke dertig jaar verder, met het volgende resultaat. Bij elke nieuwe editie van het meest gebruikte handboek, de Amerikaanse Diagnostic and Statistical Manual for Mental Disorders (DSM) zien we een spectaculaire stijging van het aantal labels. Die labels stellen wetenschappelijk gezien weinig voor. De algemeen veronderstelde neurobiologische basis van die stoornissen is eerder een farmacologische reclameslogan dan een wetenschappelijk feit. Alle officiële statistieken tonen een exponentiële stijging in het gebruik van psychofarmaca, en het doel van psychotherapie is heel sterk aan het opschuiven in de richting van verplichte sociale aanpassing. We zijn niet terug bij af, we zijn een flink stuk doorgeschoten in een richting die dertig jaar geleden met recht en reden werd aangeklaagd. Er is één levensgroot verschil: in vergelijking met die periode krijgt het protest tegenwoordig weinig aandacht.

Immers, vandaag overheerst het ziektemodel in de psychiatrie, met daarbinnen een merkwaardige trend: symptomen – bijvoorbeeld een tekort aan aandacht en een teveel aan activiteit – worden benoemd als ‘stoornis’, waardoor de indruk ontstaat dat we de medische oorzaak kennen. Het gebruik van goed bekkende afkortingen camoufleert dat enigszins, zodat het moeite kost om deze schijnverklaringen te ontmaskeren. Even een vergelijking: iemand die last heeft van hoge koorts (HK) en veel zweten (VZ) diagnosticeren we in dit model als iemand die aan HKVZ lijdt. Vervolgens stellen we dat die arme man toch zoveel last heeft van koorts en zweten, omdat hij aan HKVZ lijdt. Net zoals iemand te weinig aandacht heeft (AD) en te druk is (HD) omdat hij ADHD heeft. Een beschrijving wordt voorgesteld als oorzaak van wat er beschreven wordt. Dergelijke cirkelredeneringen zijn legio in de huidige versie van het ziektemodel, waardoor er een illusie van wetenschappelijkheid ontstaat.

Fastfoodbrokken Willen we het verband tussen onze neoliberale maatschappij en mentale problemen aantonen, dan hebben we twee dingen nodig. Ten eerste een maatstaf die aangeeft in welke mate een maatschappij neoliberaal is. Ten tweede een aantal criteria waarmee de stijging of daling van het psychosociale welbevinden meetbaar wordt. Vervolgens combineer je beide gegevens en kun je zien of er inderdaad een verband bestaat.

Dit is precies de aanpak die Richard Wilkinson, een Britse gezondheidssocioloog, heeft toegepast. Als maatstaf voor het neoliberalisme neemt hij de inkomstenverschillen, waarvan ondertussen bekend is dat die onder een neoliberaal beleid spectaculair toenemen. Vervolgens gaat hij het verband na met algemeen erkende biopsychosociale indicatoren. Zijn conclusies spatten grafiek na grafiek van het blad: hoe groter de inkomensongelijkheid in een land of regio, hoe meer mentale stoornissen, tienerzwangerschappen, kindersterfte, agressie (zowel in de huiskamer als op straat), criminaliteit, drugs- en medicijngebruik. Hoe meer ongelijkheid, hoe slechter de lichamelijke gezondheid, de onderwijsresultaten, de sociale mobiliteit en het veiligheidsgevoel. Een politiek bestel dat geen rekening houdt met dergelijke resultaten, is een bestel dat geen rekening houdt met het algemeen belang.

Publiek beschuldigen Niet alleen het aantal psychosociale problemen wordt bepaald door het maatschappelijk model, ook de aard van de stoornissen hangt daarmee samen. De huidige dwingende gezondheidsnorm heet ‘succes’, financieel en materieel. De mogelijkheid dat een geslaagde jonge professional zichzelf moet oppeppen met cocaïne en ’s avonds op zijn loft zit te verpieteren met alcohol en internetseks, gaat in tegen alle verwachtingen. Als succes het criterium is voor een normale identiteit, dan wordt falen het symptoom van een gestoorde. De pijnlijkste toepassing is die bij kinderen, waar tegenwoordig vrijwel alle stoornissen te maken hebben met falen op school. Telkens opnieuw tonen diagnostische criteria de keerzijde van de hooggespannen sociale verwachtingen waaraan zij moeten voldoen.

Zoals wel vaker het geval is, loont het de moeite even stil te staan bij de etymologische betekenis van een woord. We hebben het over diagnostische categorieën. ‘Categorie’ gaat terug op het klassiek Griekse kategorein, met de volgende verrassende betekenis: publiek beschuldigen. Elke ordening in categorieën verwijst impliciet of expliciet naar een rangorde met een morele betekenis. De psychodiagnostische DSM-classificatie is een ordening waarmee mensen via labels beschuldigd en afgevoerd worden. Zelf voelen zij dat feilloos aan, getuige de manier waarop onze kinderen die labels als scheldwoorden gebruiken (‘Autist!’). Vandaar ook dat volwassenen dankbaar gebruikmaken van de verondersteld bewezen neurobiologische verklaringen (‘Ik ben ziek!’) om aan het schuldgevoel te ontsnappen. Dit biedt weinig soelaas, het dominante denkkader (de mens is maakbaar mits hij zich inspant) veroordeelt hen hoe dan ook.

Daartegenover staan de ‘winners’, van wie sommigen zo goed beantwoorden aan het ideaalbeeld dat ook zij gestoord worden. De verplichting om te genieten kent haar uitglijders in seksverslaving, boulimie en natuurlijk koopverslaving. Psychopathische karaktertrekken zijn in het bankwezen zeer efficiënt, maar voorbij een bepaalde grens worden ze een niet behandelbare afwijking. Hetzelfde geldt voor het manager-zijn-van-jezelf; de overdreven versie heet narcistische persoonlijkheidsstoornis. In al die gevallen is de grens tussen ‘geslaagd’ en ‘gestoord’ vrij dun.

Hyperperfectionisme Aan de andere kant vinden we de ‘losers’, bij wie angst en depressie het meest op de voorgrond treden. In tegenstelling tot wat de Britse arts en essayist Theodore Dalrymple en de zijnen beweren – dat mensen ‘soft’ geworden zijn onder invloed van de verzorgingsmaatschappij – is het schuldgevoel bij mislukking zeer groot. In dit tijdperk van de maakbare mens voelt het merendeel van ons zich meer dan ooit verantwoordelijk voor het eigen falen. Het onderzoek van socioloog Piet Bracke bevestigt dit: er zijn veel meer depressies dan vroeger, en de betrokkenen ervaren hun depressie als een persoonlijke mislukking. Het beeld van de grienende, zichzelf beklagende underdog is een uitzondering, niet de regel. De angststoornissen liggen in dezelfde lijn, met als twee toppers faalangst en sociale angst. Begrijp: angst voor de ander, die hetzij een beoordelaar, hetzij een concurrent is en soms zelfs beide tegelijkertijd.

Wat in deze labels zelden aan bod komt, maar wat elke clinicus zal herkennen bij nogal wat mensen in de spreekkamer, is de doorgedreven controledwang, het hyperperfectionisme. Elke hapering, elke onvoorziene gebeurtenis zet nog meer druk op de ketel om de volgende keer toch maar sneller en beter te kunnen reageren. Die combinatie ontbreekt zo goed als nooit bij eetstoornissen, die bovendien een ander merkwaardig kenmerk bezitten – merkwaardig voor de hulpverlener die iedereen wil helpen: de persoon in kwestie houdt de problematiek verborgen. Anderen mogen het niet weten, elke zwakheid kan tegen de mens-als-ondernemer-van-zichzelf gebruikt worden (‘Everything you say or do can and will be held against you’).

Het pijnlijkste effect vind ik terug op relationeel vlak. De combinatie tussen een doorgedreven competitief individualisme en het vervangen van een vroegere beheersingsethiek door een verplicht en grenzeloos genieten is dodelijk voor duurzame relaties. Eenzaamheid is zonder twijfel de meest frequente ‘stoornis’ van onze tijd. In combinatie met de verplichting om te genieten mondt dit uit bij wat Mark Fisher heel treffend depressive hedonia noemt, depressief genot.

Disciplinering als behandeling De woorden die we gebruiken, geven vaak uitdrukking aan een achterliggende ideologie, zodat een verschuiving in onze woordenschat altijd betekenisvol is. Niet zo lang geleden hadden we het over psychologie en psychiatrie, nu hebben we het over gedragswetenschappen. Vroeger hadden mensen psychologische problemen, nu vertonen ze gedragsstoornissen. Vroeger deden we aan diagnostiek, nu doen we aan assessment, ondertussen zelfs al aan vroeg-detectie bij kleuters. Help!

Samengevat luidt de onderliggende redenering van de labeldiagnostiek als volgt: een gedragsmatig kenmerk komt te veel of te weinig voor en is daarom sociaal onaanvaardbaar. Het doel van de behandeling is duidelijk: het ‘te veel’ moet weggesneden worden, het ‘te weinig’ aangevuld, opdat de patiënt weer beantwoordt aan de sociale normen. Als een kind weer braaf in de klas zit en de les volgt, is het probleem opgelost.

Vandaag bevindt het psi-bedrijf zich op een hellend vlak, en zijn we erg snel aan het afglijden naar een praktijk waarin psychiatrische diagnoses als vangnetten functioneren ter sociale controle en behandeling neerkomt op disciplinering. Psychiater en psychotherapeut worden aldus de nieuwe morele autoriteiten die in naam van de wetenschap opleggen hoe we ons moeten gedragen. Dat daartegen weinig of geen reactie komt, in tegenstelling tot dertig jaar terug, wijst erop dat velen die disciplinering nodig vinden. Voor zover dit al juist zou zijn, blijft het een open vraag of die disciplinering een taak voor psychotherapeuten is.

Die vraag wordt nog belangrijker als we zien dat een dergelijke aanpak in toenemende mate met het gebruik van medicijnen gepaard gaat – ‘Zit stil of je krijgt (nog) een pil’. Bovendien moeten we er ons scherp van bewust zijn dat men op deze manier enkel bepaalde gevolgen van het neoliberale beleid bestrijdt, namelijk het verdampen van een klassieke beheersingsethiek in combinatie met een doorgedreven individualisme, zonder aan de oorzaken te raken.

De echte vragen zijn ethisch van aard Als psychoanalyticus kan ik geen naïeve keuze maken voor het individu en tegen de maatschappij, of omgekeerd: voor de maatschappij en tegen het individu. Dat laatste is typisch voor de huidige gedragswetenschappen, als aflossing van de vroegere bevrijdingspsychologie, die voor het individu koos. De bevrijdingspsychologen van toen vergaten dat het individu die maatschappij met haar normen en waarden heel hard nodig heeft. De huidige disciplineringstherapeuten weigeren in te zien dat het individu en zijn stoornissen het product zijn van die maatschappij.

Dit zijn naïeve keuzes omdat iedere gemeenschap haar vormen van normaliteit definieert en kneedt, waarmee ze in dezelfde beweging haar abnormaliteiten definieert. Het dominante denkkader waarbinnen dat gebeurt, definieert meteen de aansluitende praktijk. Het maakt nogal een verschil of die praktijk binnen een religieus denkkader plaatsgrijpt (wie afwijkt is een te bekeren zondaar, een ketter, een heks), binnen een medisch (wie afwijkt is een te behandelen patiënt) of een economisch (wie afwijkt is een profiteur). Het enige gemeenschappelijke element is de uitsluiting: aan deze kant van de lijn, wij, de normalen, aan de andere kant zij, de abnormalen.

De vraag is bijgevolg niet of een maatschappij ziek- of gezondmakend is. De vraag is veeleer hoe een bepaalde maatschappij haar normaliteit en haar afwijkingen definieert en welke consequenties daaruit voortvloeien. Daarbij is het zeer goed voorstelbaar dat die definiëring een bedenkelijk ethisch niveau heeft, waardoor een maatschappij ingaat tegen haar eigen fundamenten. Een maatschappij dus, die haar eigen sociale verbanden vernietigt.

Dit is vandaag het geval.

Dit is een uittreksel uit Identiteit (De Bezige Bij), dat al geruime tijd in de boekhandel ligt.

De Financiering van Hitler

Eerder verschenen op Zapruder, : http://zapruder.nl/portal/artikel/de_boogeyman_financiering_van_hitler/

Een publicatie in de New York Times van 24 november1933 verwijst eveneens naar dit boekje, dat de Amerikaanse financiering van Hitlers revolutie beschrijft. Onder de titel Hoax on Nazis Feared staat, dat in Holland een zekere Sidney Warburg een boekje heeft gepubliceerd. De vertaler is J.G. Shoup, een Belgische journalist die in Nederland woont. De krant vraagt zich af of er bedrog in het spel is: Het boekje vermeldt een oude geschiedenis, namelijk dat invloedrijke Amerikanen waaronder John D. Rockefeller, van 1929 tot 1932 voor een bedrag van 32 miljoen dollar Hitlers revolutie financieren [in 2006 ongeveer 1,29 miljard Euro]. Het motief is om Duitsland te bevrijden van de financiële wurggreep neergelegd in het Verdrag van Versailles.

De feiten kloppen. Het boekje heeft inderdaad bestaan, zij het dat de exemplaren binnen een paar dagen uit de boekwinkels worden gehaald en de uitgever en Shoup volgens ‘zeggen’ worden vermoord. Een exemplaar is zin voor zin door Dr. Walter Nelz, Wilhelm Peter en Rene Sonderegger in 1946/1947  in Zürich, Zwitserland, in het Duits vertaald. Een ander exemplaar is door uitgeverij Elmar in Rijswijk op de kop getikt en vorig jaar gepubliceerd! De uitgever struikelde in het manuscript De Boogeyman over het werkje en vond het interessant genoeg om dat in de markt te zetten.

De schrijver Sidney Warburg is volgens Shoup ‘een zoon van een van de grootste bankiers in de Verenigde Staten, lid van de bankiersfamilie Kuhn, Loeb & Co in New York’. De reden dat Sidney Warburg uit de school klapt is volgens dezelfde Shoup dat de man voor het nageslacht wil vastleggen hoe het Duitse nationaal-socialisme door bankiers uit New York is gefinancierd.

Deel een: 1929

Het eerste deel van het boek is getiteld 1929. Hierin staat hoe Wall Street in Duitsland en Oostenrijk enorme kredieten heeft uitstaan en een godsvermogen op tafel legt om de Duitse reparatiebetalingen te financieren. Geld dat Duitsland voor het leeuwendeel naar Frankrijk moet doorschuiven. Begin 1929 wordt Hitler gevraagd of hij met Amerikaanse financiële ondersteuning de macht wil grijpen. De kunstschilder heeft er oren naar. In juni 1929 vergaderen hierover de leden van de Federale Reserve Banken (FED) met Carter van de Guaranty Trust Company, vijf onafhankelijke bankiers waaronder de zoon van Rockefeller en een zekere Glean van de Koninklijke Nederlandse Shell. Carter en Rockefeller domineren, de anderen luisteren en knikken met hun hoofd.

Tijdens deze vergadering valt het besluit om Duitsland door middel van een revolutie van de betalingsverplichtingen aan Frankrijk te bevrijden. De hoofdfiguur in het boekje, Sidney Warburg, moet contact leggen met Hitler en hem vragen om met aartsvijand Frankrijk te gaan bakkeleien. Letterlijk: Hitler mag niet weten hoe het scenario er in werkelijkheid uitziet en wie erachter zit. Letterlijk:

Wij laten het aan zijn redelijkheid en bronnen over om de motieven achter dit voorstel te ontdekken.

Warburg accepteert de missie en vertrekt met het passagiersschip Ile de France naar Cherbourg. Hij heeft een diplomatiek paspoort en aanbevelingsbrieven van Carter, Tommy Walker, Rockefeller, Glean en Herbert Hoover. Aanvankelijk lukt het Sidney niet om via de Amerikaanse consul in München een afspraak met Hitler te maken. Uiteindelijk doet hij een beroep op Münchens burgemeester Deutzberg, die wel in staat is Warburg en Hitler bij elkaar te brengen. Behalve de gebruikelijke hitleriaanse spraakwaterval over het semitisme, bespreken de heren de Amerikaanse voorstellen. Hitler staat erop dat de fondsen niet op een Duitse, maar op een buitenlandse bank worden gestort. Hij vraagt om 100 miljoen Mark ofwel 25 miljoen dollar, dat is in 2006 ongeveer 1 miljard Euro! Hitler suggereert dat Sidney Warburg via Von Heydt aan de Lutzowufer 18 in Berlijn rapporteert. Von Heydt – om precies te zijn Von der Heydt’s Bank A.G. – is de originele naam van de Rotterdamse Bank Voor Handel en Scheepvaart NV, een dochteronderneming van de August Thyssen Bank van de Duitse staalmagnaat Franz Thyssen en een sluis voor tal van Nazifondsen.

Na terugkomst in de Verenigde Staten hoort Warburg dat het gevraagde bedrag te veel is. De bankiers bieden 10 miljoen dollar, dat is 40 miljoen Mark ofwel omgerekend ongeveer 401 miljoen Euro, hetgeen wordt geaccepteerd. Warburg maakt contact met Von Heydt en bespreekt de zaken met ‘een niet bepaald goed ogende man die luistert naar de naam Frey’. Er worden instructies gegeven om het bedrag uit te betalen aan de Mendelsohn & Co Bank in Amsterdam. Warburg vraagt tevens aan Mendelsohn om na ontvangst van het bedrag bepaalde nazi figuren een cheque te sturen. Vervolgens reist Warburg naar Amsterdam en Southampton en boekt op de Olympia een enkeltje New York. Na aankomst rapporteert hij aan Carter en vlak daarop aan de harde kern van Wall Street. Volgens Sidney:

Deze keer zit een Engelsman genaamd Angell, naast Glean van de Koninklijke Shell.  Hij is het hoofd van de Aziatische Petroleum aatschappij.                                                                                                      Rockefeller toont ongebruikelijk veel belangstelling voor Hitlers uitspraken omtrent het communisme.

Vervolgens publiceert de Harvard universiteit in december 1929 een studie van het Duitse nationaalsocialisme en tonen de kranten van het Hearstconcern belangstelling voor de Duitse nazipartij. Zelfs de New York Times brengt reportages van Hitlers speeches en komt op 21 september 1930 met een verhaal onder de titel Hitler, Driving Force in Germany’s Fascism. Het jaar daarop volgt een serie nazi-artikelen, waaronder drie portretten van de Führer.

Deel twee: 1931

Het tweede deel van het boek is getiteld 1931 en begint met een discussie over de Franse invloed op de internationale politiek. De Amerikaanse president Herbert Hoover belooft zijn Franse collega Pierre Laval het vraagstuk over de reparatiebetalingen alleen met Frankrijks instemming op te lossen: Wanneer Wall Street daarachter komt verliest Hoover in een klap de steun van de bankiers. Velen geloven dat hij om deze reden niet wordt herkozen.

In oktober 1931 ontvangt Sidney Warburg een brief van Hitler met de vraag om meer geld: Rockefeller, Carter en McBean zijn er voor, de andere financiers weten het niet zo zeker. Montague Norman van de Bank van Groot-Brittannië en Glean van de Koninklijke Nederlandse Shell argumenteren dat de 10 miljoen dollar die eerder aan Hitler is gespendeerd meer dan genoeg is. Hitler zal volgens hen niet uit zijn schulp kruipen en een oorlog beginnen. De vergadering beslist uiteindelijk om Hitler verder te financieren en Warburg met deze boodschap terug naar Duitsland te sturen.

In Duitsland bespreekt Warburg de situatie met een Joodse bankier uit Hamburg, een industrieel en een paar Hitler-supporters. Ook is er een bijeenkomst met de bankier Von Heydt en een zekere Luetgebrunn. Laatstgenoemde memoreert dat de nazistormtroepers slecht zijn uitgerust en dat de SS dringend verlegen zit om machinegeweren, revolvers en karabijnen. Verder ontvouwt Hitler twee plannen voor een overname van de macht in Duitsland:

De revolutionaire en de wettelijke machtsovername. Het eerste plan duurt drie maanden en kost 500 miljoen Mark [dat is in 2006 ongeveer 5 miljard Euro] en het tweede duurt drie jaar en kost 200 miljoen Mark [dat is in 2006 ongeveer 2 miljard Euro].

Wat beslissen de bankiers? Na vijf dagen komt er een telex binnen van de Guaranty Trust met de volgende tekst:

De voorgestelde bedragen zijn ongehoord en niet bespreekbaar… Stuur een gedetailleerd rapport, blijf daar en bekijk de zaak verder. Maak de man duidelijk dat zijn voorstellen onredelijk zijn en wijs hem op zijn eigen te behalen voordelen.

Warburg beantwoordt de telex en krijgt drie dagen daarna het volgende bericht:

Rapport ontvangen. Stel voor 10, hooguit 15 miljoen dollar. Wijs hem op de noodzaak agressief op te treden tegen het van buitenaf komende gevaar.

Er wordt uiteindelijk 15 miljoen dollar (ongeveer 60 miljoen Mark ofwel in 2006 606 miljoen Euro) betaald voor een rustige overname van de macht. 5 Miljoen dollar (in 2006 202 miljoen Euro) wordt gestort op de Mendelsohn & Co Bank in Amsterdam, 5 miljoen op de Rotterdamse Bankvereniging in Rotterdam en 5 miljoen op de Banca Italiana. Warburg reist regelmatig naar de drie banken waar hij Von Heydt, Strasser en Hermann Göring ontmoet. Er worden op verschillende namen cheques uitgeschreven teneinde het geld wit te wassen en de herkomst ervan te verdoezelen. Om een voorbeeld te noemen: In de Banca Italiana worden Warburg, Heydt, Strasser en Göring voorgesteld aan twee Italiaanse fascisten, Rossi en Balbo. Na deze ontmoeting waar verder weinig over bekend is, gaat Warburg op de Savoya via Genua terug naar New York om rapport uit te brengen aan Carter, Rockefeller en de andere bankiers.

Deel drie: 1933

Het derde deel van het boek is getiteld 1933. Het beschrijft Sidney Warburgs derde ontmoeting met Hitler op de avond dat de Reichstag in brand wordt gestoken. Hierin speelt Ernst Sedgewiek Hanfstaengl ofwel Hanfy ofwel Putzi een belangrijke rol. Hanfstaengl komt van een welbekende familie in New England, Verenigde Staten. Hij is een neef van generaal John Sedgewiek – bekend van de Amerikaanse burgeroorlog – en een kleinkind van generaal William Heine, eveneens actief in deze burgeroorlog.

Putzi zit op de Harvarduniversiteit met zijn vrienden Walter Lippman, John Reed (die zich later bezighoudt met de Russische Revolutie) en Franklin Delano Roosevelt, de toekomstige president van de Verenigde Staten. Ernst Hanfstaengl zegt in zijn boek Unheard Witness: Ik eet meestal in de Harvard Club, waar ik bevriend raak met Franklin D. Roosevelt, een opkomende senator vanuit New York. Ook bezoek ik regelmatig zijn verre neef Teddy, de vorige president, die zich terugtrekt op zijn landgoed in Sagamore Hill.

Na Harvard stort Putzi zich in de familiekunsthandel en ontmoet hij beroemdheden als Pierpont Morgan, Toscanini, Henry Ford, Caruso, Santos-Dumont, Charlie Chaplin, Paderewski en een dochter van president Wilson. In het begin van de jaren twintig krijgt hij door kapitein Truman-Smith, de Amerikaanse militaire vertegenwoordiger in Berlijn, een politieke post toegewezen en ontmoet hij Heinrich Himmler. Putzi wordt vervolgens een fan van Hitler, betaalt de drukkosten van Mein Kampf en regelt de oprichting van de nazikrant de Volkische Beobachter. Verder financiert hij Adolfs organisatie als de man in de bak zit en redt hij volgens de Amerikaanse ambassadeur William Dodd in 1923 Hitlers leven. Ook componeert hij liedjes voor de nazistormtroepers en is hij de geestelijke vader van ‘Sieg Heil, Sieg Heil’, dat is gekopieerd van ‘Harvard, Harvard, Harvard, rah, rah, rah.’

Wanneer Hitler tegelijk met Roosevelt in maart 1933 aan de macht komt, krijgt Putzi van zijn oude schoolkameraad een verzoek om de heethoofdigheid van Hitler te beteugelen.

Denk aan je pianospel en probeer zacht te spelen als het wat te rumoerig wordt. Wanneer de zaken uit de hand lopen kan je contact opnemen met onze ambassadeur. Putzi kan echter niet zo goed met ambassadeur William E. Dodd door de bocht: In veel opzichten is Dodd een onbevredigende vertegenwoordiger van de Verenigde Staten. Hij is een eenvoudige professor in de geschiedenis die zo zuinig mogelijk zijn ambassade runt, net zoals hij iedere cent zou besparen op zijn eigen faculteit. En dat terwijl je optrekt met flamboyante nazi’s en je je eerder als een boemelende miljonair moet gedragen.

In 1941 heeft Putzi de gunsten van Hitler verbruikt, ontvlucht Duitsland en wordt geïnterneerd in een Canadees kamp voor oorlogsgevangenen, waaruit hij door zijn vriend Roosevelt wordt gered. Hij krijgt een baan als politieke oorlogsadviseur en werkt samen met zijn zoon sergeant Egon Hanfstaengl. In 1944 buigt Roosevelt voor de Republikeinse kritiek dat hij een nazi in zijn staf heeft. Egon verdwijnt naar Nieuw-Guinea en Putzi naar Groot-Brittannië, waar de Britten hem gevangenzetten.

Nu u weet dat Putzi een spion is die aan het handje loopt van Roosevelt, gaan we terug naar 27 februari 1933, de dag dat Reichstag in brand vliegt. Het is een week voor de verkiezingen die uiteindelijk Hitler aan de macht moeten brengen. En Hitler heeft deze fik hard nodig. Wanneer het hem niet lukt om met een beschuldigende vinger naar de rebellerende communisten te wijzen, loopt hij zijn verkiezing tot staatsman mis. De industrieel Fritz Thyssen bericht in de naoorlogse Dustbin ondervragingen dat ‘iedereen ervan overtuigd is dat de communisten erachter zitten’ en Schacht zegt ‘dat het pas later duidelijk wordt dat Goebbels en Göring er vanaf weten.’

We gaan op onderzoek uit en zien dat slechts een deur toegang heeft tot de Reichstag en dat die ene deur voortdurend wordt bewaakt. Brandstichters kunnen op die manier niet de Reichstag binnenkomen. Maar er is een tweede toegang: een geheime tunnel verbindt volgens auteur George Dimitrov de Reichstag met het paleis van zijn voorzitter, de heer Hermann Göring. Volgens Dimitrov zijn ‘Hitler, Goebbels, Göring, Daluege, Hanfstaengl en Albrecht op het moment van de brand in Berlijn en zit Hanfstaengl op dat moment zelfs in het paleis van de Reichstag.’

Volgens de nazi Kurt Ludecke is de brandstichter de SA leider Karl Ernst, die daarna door Göring, Goebbels en de eerdergenoemde Hanfstaengl ofwel Putzi wordt vermoord. Dus de Amerikaanse president Roosevelt is perfect op de hoogte… Terwijl de Reichstag afbrandt licht Hitler de boodschappenjongen Sidney Warburg in over zijn gemaakte vorderingen. Sinds 1931 is de nationaal socialistische partij in omvang verdrievoudigd. Enorme wapendepots zijn net over de Duitse grens in Nederland, België en Oostenrijk aangelegd. Alleen zijn ze nog leeg, want wapens moeten contant worden betaald en er is weer eens geen geld. Hitler vraagt om minimaal 100 miljoen Mark om de laatste fase van zijn machtsovername in werking te stellen. Oeps, dat is weer even slikken. Guaranty Trust biedt Warburg niet meer dan 7 miljoen dollar (28 miljoen Mark, in 2006 ongeveer 282 miljoen Euro) en dat wordt geaccepteerd. Ruim 2 miljoen dollar wordt aan de Renania Joint Stock Company in Düsseldorf uitgekeerd – dat is een Duitse tak van de Koninklijke Nederlandse Shell – en de rest aan Banca Italiana in Rome. Bij elkaar wordt 1289 miljard Euro betaald om Hitler aan de macht te brengen!

Het boekje eindigt met de volgende verklaring, afgelegd door de mysterieuze Sidney Warburg: Ik heb mijn opdracht tot in detail uitgevoerd. Hitler is dictator van het grootste land in Europa en de wereld heeft hem nu een paar maanden van dichtbij kunnen meemaken. Zijn daden zullen bewijzen of hij werkelijk een slecht mens is, hetgeen ik denk dat hij is. De wereld zal moeten buigen voor een Hitler om zichzelf overeind te houden. Arme wereld, arme mensheid.

Nadat Hitler de macht pakt, lopen Amerikaanse politici en het Amerikaanse bedrijfsleven bij de nieuwe dictator de deur plat. Dat is bekend uit de dagboeken van de Amerikaanse ambassadeur in Berlijn, William E. Dodd: op 1 september 1933 schudden Henry Mann van de National City Bank en Winthrop W. Aldrich van de Chase Bank Adolf Hitler een handje. Ook trekt regelmatig de Rockefeller-agent Ivy Lee bij Adolf aan de bel.

In deze periode groeien industrieën als I.G. Farben en Vereinigte Stahlwerke uit tot monsterlijke kolossen. Bedrijven die Hitler voortdurend via zijn trustfonds (Nationale Treuhand) van geld voorzien. De administrateur van Nationale Treuhand is niemand minder dan Rudolf Hess, die op 10 mei 1941 naar Groot-Brittannië vliegt om vrede tussen Duitsland en Groot-Brittannië te bewerkstelligen. De man is na aankomst gevangengezet en meteen de mond gesnoerd. Na de oorlog wordt hij in de Berlijnse burcht Spandau vastgezet; niemand mag hem zien. Zo ongelooflijk bang zijn de Engelse en Duitse overheid voor deze man, dat na zijn raadselachtige dood – of is het moord? – het slot met de grond gelijk wordt gemaakt. De stenen worden tot gruis vermalen en bij de bouw van wegen gebruikt. Stel dat in een uitgehold steentje een briefje van Hess opduikt. Een kattenbelletje, waarin staat dat de FED, de grootindustriëlen en de privé-bankiers met medeweten van de president van de Verenigde Staten 1.289 miljard Euro betalen om Hitler aan de macht te brengen teneinde een Tweede Wereldoorlog te ontketenen.

U begrijpt nu waarom het boekje van Shoup van de plank is gehaald en de uitgever en de schrijver zijn gedood. Pseudoniem Sidney Warburg is vermoedelijk een zwart schaap in de bankiersfamilie en wordt alleen goed bevonden voor wat koerierswerk. Gezellig op een passagiersboot stappen, wat heen en weer reizen en voor postbode spelen. Het ligt voor de hand dat de familienaam Warburg wel klopt, ook al vindt de familie zelf van niet. En waarom dit zo is?

1.. In Duitsland is bankier Max Warburg hoofd van de inlichtingendienst en directeur van I.G. Farben. In de Verenigde Staten is broer Paul voorzitter van de Federale Reserve Banken en directeur van de Amerikaanse tak van I.G. Farben. Max en Paul zitten tegenover elkaar aan de onderhandelingstafel in Versailles, waar de vredesvoorwaarden worden gedicteerd. Kortom,Max en Paul Warburg met op de achtergrond het Huis van Rothschild maken met Wall Street in Europa de dienst uit. Dus is het logisch dat een Warburg voor boodschappenjongen speelt.

2.. Een gerenommeerde uitgeverij als Van Holkema & Warendorf zal geen nonsenswerkje in de anonieme sfeer uitbrengen.

3.. Een boek drukken kost geld. En het boek is uit de handel genomen, nadat Holkema door Warburg wordt gebeld met de opmerking dat er geen Sidney in zijn familie voorkomt. Binnen drie dagen is het boek foetsie. Zonder rechtszaak, zonder kort geding, zonder relletje. Denkt u echt dat een uitgever een fors bedrag zomaar in de sloot gooit? Natuurlijk niet. Iemand met veel macht heeft geld op tafel gelegd en de uitgever en de schrijver een tik op de vingers gegeven.

De Boogeyman manipuleert, net als de WTC aanslagen, ettelijke gebeurtenissen in de geschiedenis om zijn absolute wereldmacht te vestigen. Duidelijk is dat we al 200 jaar worden belazerd en worden gedwongen om datgene te doen wat De Boogeyman behaagt. Ook de Tweede Wereldoorlog is gefaked. Mag ik een paar tweede Kamerleden zien die wat vraagjes gaan stellen?

De Boogeyman, De Geschiedenis als Complot: http://www.bol.com/nl/p/boeken/de-boogeyman-dvd/1001004006199637/index.html

De Bilderbergers en de Economie

In een echte wereld waar nieuwsmedia echt nieuws zouden bevatten en niet de gebruikelijke propaganda, zouden de koppen in de kranten er ongeveer als volgt uitzien:

Het einde is nabij. We zijn getuige van de totale financieel-economische ineenstorting van het systeem.”

Het moeilijkste vraagstuk voor de Bilderbergers is hoe ze de faillissementen van landen zo lang mogelijk kunnen uitstellen, om vervolgens de benen te nemen en de enorme schuldenbergen over te laten aan de belastingbetaler. Middels de gedwongen en verregaande privatiseringen die de kaalgeplukte landen zullen willen doorvoeren zal de financiële elite beginnen aan de voorlaatste fase van hun plannen: het voor een prikkie opkopen van met belastinggeld opgebouwde infrastructuur. Omdat natuurlijk de overgrote meerderheid van de wereldbevolking tegen deze plannen zal zijn zullen de Bilderbergers wel eerst alle democratische instituten buitenspel moeten zetten.

Alle Bilderbergers zijn het erover eens dat dat alleen kan lukken wanneer economisch beleid volledig wordt overgedragen van verkozen bestuurders op de financiële beleidsmakers aan de top van het bedrijfsleven, om zo de wereldeconomie volledig van hen afhankelijk te maken. Staatschulden zullen dan een ding van het verleden zijn. Alleen burgers en bedrijven zullen nog geld kunnen lenen.

Daarmee wordt dan ook duidelijk wat George Ball bedoelde toen hij tijdens de Bilderbergbijeenkomst van 1968 zei: “Waar vinden we een legitieme machtsbasis waar de top van het bedrijfsleven beslissingen kan nemen die een verregaand effect hebben op het economische leven van landen met wiens regeringen zij verder niets te maken heeft?”

Dit is hoe een financiële oligarchie de plaats inneemt van de democratie. De rol van de Europese Centrale Bank, het IMF, de Wereldbank, de Bank of International Settlement en andere financiële instanties in dit hele verhaal was ervoor te zorgen dat de banksters zouden worden betaald.

Het probleem met ons financiële systeem is dat de wereld in de greep is van een mondiaal monetair systeem in plaats van te worden aangedreven door nationale kredietstelsels. Wie verstandig is wil niet dat de wereld wordt bestuurd door een mondiaal monetair systeem. Wie verstandig is wil soevereine landen met hun eigen kredietstelsel, zijnde het systeem van hun eigen munteenheid. Helaas is de mogelijkheid tot een productief, niet aan inflatie onderhevig kredietstelsel – zoals vastgelegd in de Amerikaanse grondwet – door het Verdrag van Maastricht expliciet uitgesloten als een manier om in Europa economisch en financieel beleid op te stellen.

Steeds meer mensen snappen dit en steeds meer mensen willen dat we afstappen van ons huidige systeem. Helaas worden de Europese regeringen volledig gecontroleerd door private centrale banken en is in de grondwet vastgelegd dat die banken de regeringen geen gratis geld mogen geven. Een logisch gevolg van dat systeem is dat deze banken bepalen wat er op financieel (en tal van andere) gebied(en) gebeurt, zo ook binnen de EU. De ECB is volledig onafhankelijk, legt aan geen enkele regering verantwoording af, maar bepaalt wel van alle lidstaten het monetair, fiscaal en economisch beleid. De EU is daardoor in feite niets anders dan een groep landen onder de paraplu van een enorme (privé-)bank.

De veronderstelde ‘onafhankelijkheid’ van deze centrale bank is het doorslaggevende controlemechanisme van de particuliere financiële belangen die erachter zitten, en het zijn deze belangen die steeds lijnrecht tegenover de door de bevolking gewenste mate van welvaart staan. De strijd voor sociale gerechtigheid is dan ook al 200 jaar niet een strijd van burger tegen koning of minister-president, maar een strijd tegen de banken.

Tot slot De Bilderberggroep is geen doel op zich, maar een middel op weg naar een toekomstige NV Aarde. De organisatie is zijn geheimzinnige beginperiode ontgroeid en heeft zich ontwikkeld tot een zeer belangrijke schakel in de besluitneming van de mondiale elite. Het ultieme doel van deze nachtmerrie is de planeet om te vormen tot een ‘prison planet’ – een mondiale, altoosdurende strafkolonie met één wereldwijde markt, onder de controle van de NV Aarde, financieel bestierd door de Wereldbank en bevolkt door een verkleuterde bevolking wiens levensbehoefte is gemarginaliseerd tot materialisme en overleven (werken, kopen, neuken en slapen) en die volledig in de gaten wordt gehouden door een gigantische computer die alle bewegingen van iedereen doorlopend registreert. Elke afzonderlijke maatregel die de bestuurders van deze planeet afkondiging lijkt op zichzelf niet veel bijzonders, maar het hele pakket samen leidt ons linea recta naar een bestaan als slaaf.

Toch, terwijl we er met onze neus bovenop staan hoe de wereld door de rijken der Aarde naar de verdommenis wordt geholpen, is het nog niet te laat. De mensheid staat op een heel groot kruispunt. De weg die we inslaan zal voor heel lange tijd de toekomst van de mensheid als geheel bepalen. Gaan we voor een gedigitaliseerde politiestaat waarin we hulpeloos gelukkig als Gekke Henkie braaf ons werk doen om de verdiende centjes conform de verwachtingen te spenderen aan de waardeloze brol die de NV Aarde ons aanbiedt? Of gaan we verder op weg naar een bestaan als vrije burgers, die zelfstandig weloverwogen keuzes maken, die meebeslissen over hun toekomst op basis van objectieve informatie en die met die informatie in de hand zullen kiezen voor leiders die een einde maken aan de schaduwmachten van het Grote Geld en het eindeloze bloedvergieten dat die onvermijdelijk met zich mee brengen?

Denk niet dat er een God is die ons de weg zal wijzen, dat een onbekende kosmische energiebron op 21 december 2012 al het slechte als sneeuw voor de zon zal doen verdwijnen of dat een mythisch volk van een verre planeet ons het licht zal doen zien. Alleen wij – jij en ik – zullen ons kunnen behoeden voor de donkere tijden die opdoemen aan de horizon.

Een gewaarschuwd mens telt voor twee.

EUROPA’S WAADENCRISIS

Xenofobie en extremisme zijn symptomen van samenlevingen die in een diepe crisis verkeren. In 2012 verwierf de extreem-rechtse Gouden Dageraad 21 zetels bij de Griekse parlementsverkiezingen, won de rechtse Jobbik-partij terrein in mijn geboorteland Hongarije en kon Marine le Pen van het Front National bogen op een flinke aanhang bij de presidentsverkiezingen in Frankrijk. De toenemende steun voor soortgelijke krachten in heel Europa leidt tot een onontkoombare conclusie: de aanhoudende financiële crisis op het continent veroorzaakt een waardencrisis die intussen het voortbestaan van de Europese Unie zelf bedreigt.

Toen zij nog slechts een droom was, vertegenwoordigde de Europese Unie een enorm aantrekkelijk idee dat bij veel mensen – waaronder ik – tot de verbeelding sprak. Ik beschouwde het als de belichaming van een open samenleving – een vrijwillige aaneensluiting van soevereine staten die bereid waren een deel van hun soevereiniteit op te geven voor het algemeen belang. Ze deelden een gemeenschappelijke geschiedenis, waarin de Franse Revolutie, met haar leuze van vrijheid, gelijkheid en broederschap, een blijvende erfenis had nagelaten. Voortbouwend op die traditie vormden de lidstaten een unie, gebaseerd op gelijkheid, die niet door één staat of nationaliteit werd overheerst.

De eurocrisis heeft van de Europese Unie nu iets heel anders gemaakt. In plaats van een vrijwillige associatie te zijn, wordt de eurozone bijeengehouden door strikte discipline; in plaats van een associatie van gelijken te zijn, is het een hiërarchische structuur geworden, waarin het centrum het beleid bepaalt, terwijl de periferie steeds meer wordt onderdrukt; in plaats van broederschap en solidariteit verspreiden de vijandige stereotypen zich snel.

Het integratieproces werd geleid door een kleine groep vooruitziende staatsmannen, die de beginselen van de open samenleving onderschreven en in de praktijk brachten wat Karl Popper ‘zorgvuldige sociale techniek’ heeft genoemd. Zij zagen in dat perfectie onbereikbaar is: daarom stelden zij zich beperkte doeleinden en stevige deadlines – en mobiliseerden zij vervolgens de politieke wil voor een kleine stap voorwaarts, wetende dat als zij die zouden volbrengen, de ontoereikendheid daarvan onmiddellijk duidelijk zou worden, zodat verdere stappen nodig zouden zijn. Dat is hoe de Europese Kolen- en Staalgemeenschap zich geleidelijk heeft ontwikkeld tot de EU.

Frankrijk en Duitsland zijn steeds de voortrekkers geweest bij deze inspanningen. Toen het Sovjet-rijk desintegreerde, begrepen de Duitse leiders dat een Duitse hereniging alleen mogelijk zou zijn in de context van een nauwer aaneengesloten Europa. Ze waren bereid aanzienlijke offers te brengen om dat voor elkaar te krijgen. Toen het op onderhandelen aankwam, waren de Duitsers bereid iets meer te geven en iets minder te nemen dan de anderen, zodat er makkelijker een akkoord kon worden bereikt.

Destijds betoogden Duitse staatsmannen dat Duitsland helemaal geen onafhankelijk buitenlands beleid had, maar louter een Europees beleid. Deze opstelling leidde tot een dramatische versnelling van de Europese integratie, culminerend in de aanvaarding van het Verdrag van Maastricht in 1992 en de invoering van de euro in 1999. Een periode van consolidatie (die in 2002 de invoering van euro-bankbiljetten en -munten omvatte) volgde.

Toen kwam de crisis van 2008, die zijn oorsprong had in de Verenigde Staten, maar in Europa grotere problemen veroorzaakte dan waar dan ook. Beleidsmakers reageerden op de ineenstorting van de zakenbank Lehman Brothers door bekend te maken dat geen enkele andere financiële instelling die belangrijk was voor het systeem failliet zou mogen gaan. Daardoor moesten er staatskredieten komen om de bevroren markten weer op gang te brengen.

Maar korte tijd later betoogde de Duitse bondskanselier Angela Merkel dat zulke waarborgen door iedere staat afzonderlijk moesten worden gegeven, en niet door Europa als geheel. Dat was het begin van de eurocrisis, omdat er een zwakte van de gemeenschappelijke munt door werd blootgelegd waarvan noch de autoriteiten noch de financiële markten zich bewust waren geweest – en die vandaag de dag nog steeds niet goed genoeg wordt onderkend.

Door de Europese Centrale Bank in het leven te roepen stelden de lidstaten hun eigen staatsobligaties bloot aan het risico van een bankroet. Ontwikkelde landen die in hun eigen munt obligaties uitgeven gaan nooit failliet, omdat ze altijd geld kunnen bijdrukken. Hun munt kan devalueren, maar het risico van een bankroet is afwezig.

Minder ontwikkelde landen die in buitenlandse munten lenen kunnen daarentegen door hun valutavoorraden heen raken. Toen Griekenland werd getroffen door een begrotingscrisis, ontdekte de financiële wereld plotseling dat de lidstaten van de eurozone zichzelf in de positie van ontwikkelingslanden hadden gemanoeuvreerd.

Er is een nauwe parallel tussen de eurocrisis en de Latijns-Amerikaanse schuldencrisis van 1892, toen het Internationale Monetaire Fonds het internationale financiële stelsel heeft gered door precies genoeg geld te lenen aan de zwaar in de schulden stekende Latijns-Amerikaanse landen om hen in staat te stellen een bankroet te voorkomen. Maar het IMF legde deze landen strikte bezuinigingen op, zodat ze in een langdurige recessie terechtkwamen. Daardoor ging voor Latijns-Amerika een heel decennium verloren.

Vandaag de dag speelt Duitsland dezelfde rol als het IMF toen. De omstandigheden verschillen, maar het effect is hetzelfde. De eurocrisis heeft het financiële stelsel naar de rand van een bankroet gedreven. Dit kon slechts worden verijdeld door strikte bezuinigingsmaatregelen op te leggen en landen als Griekenland net genoeg geld te lenen om een faillissement te voorkomen.

Als gevolg daarvan is de eurozone verdeeld geraakt in crediteuren en debiteuren, waarbij de crediteuren de teugels van het economisch beleid in handen hebben. Er is een centrum, onder leiding van Duitsland, en een periferie, bestaande uit met zware schulden kampende landen. Het opleggen van strikte bezuinigingen aan de periferie door de crediteuren bestendigt de scheiding tussen centrum en periferie binnen de eurozone. De economische omstandigheden blijven verslechteren en veroorzaken heel veel menselijk leed. De onschuldige, gefrustreerde en boze slachtoffers van de bezuinigingen vormen een vruchtbare bodem voor haatzaaierij, xenofobie en allerlei vormen van extremisme.

Het beleid dat was bedoeld om het financiële stelsel en de euro te beschermen, verandert de EU op deze manier in het tegenovergestelde van een open samenleving. Er is een klaarblijkelijke tegenstelling tussen de financiële eisen van de euro en de politieke doeleinden van de EU. Aan de financiële eisen zou tegemoet kunnen worden gekomen door de regelingen te kopiëren die opgang deden in de wereldeconomie van de jaren tachtig en de eurozone te verdelen in een centrum en een periferie; maar dat zou niet verenigbaar zijn met de beginselen van een open samenleving.

Er zijn manieren waarop het beleid dat is gevoerd om de euro te beschermen kan worden gewijzigd zodat het aan de politieke doeleinden van de EU voldoet. De staatsobligaties van individuele landen zouden bijvoorbeeld kunnen worden vervangen door euro-obligaties (‘eurobonds’). Maar zolang de tegenstelling blijft bestaan, zouden de politieke doeleinden voorrang moeten krijgen. Helaas is dit niet het geval. De financiële problemen zijn prangend – en monopoliseren de aandacht van de politici. De Europese leiders worden zó in beslag genomen door de crisis van de dag, dat ze geen tijd hebben om na te denken over de langetermijngevolgen van hun daden. Als gevolg daarvan blijven ze voortgaan op een weg die de scheiding tussen centrum en periferie in stand houdt.

Dit is zo’n afschuwelijk vooruitzicht dat we dat niet mogen laten gebeuren. Oorspronkelijk was de Europese Unie bedacht als een instrument van solidariteit en samenwerking. Vandaag de dag wordt ze bijeengehouden door een grimmige noodzaak. Dit is niet het Europa dat we willen of nodig hebben. We moeten deze ontoelaatbare transformatie zien te keren. We moeten een manier vinden om opnieuw tot de geest van solidariteit en de gedeelde waarden te komen die ooit de Europese verbeelding inspireerden.

Terug naar naar de E.E.G. en samenwerken met de LANDEN om ons heen.

De Europese Economische Gemeenschap blijkt een nazi-ontwerp.

Onlangs hebben de Ieren voor de Europese Grondwet gestemd, beter bekend als “Het Verdrag van Lissabon.” Dit na een eerdere Ierse afwijzing waarna het bedrijfsleven in mainstream media als “The Irish Times” van 29 september 2009 om het hardst roept hoe het land in het heetst van de kredietcrisis reddeloos ten onder zal gaan als dit “verdrag” niet spoedig wordt geratificeerd. Desondanks doen sommige niet EU-leden als Noorwegen het economisch opmerkelijk goed. Maar zeg nu zelf; wie kan er nu tegen een Europese samenwerking zijn? Vanwaar dan al de commotie? Wat is dan het werkelijke gezicht van de Europese Unie waarvoor deze grondwet is ontworpen?

Dit gezicht blijkt verbluffend anders dan de Ieren wordt voorgesteld…

In de negentiende eeuw voltrekt zich de industriële revolutie. Banken en bedrijven groeien uit tot multinationals. Het is, aldus econoom en historicus, professor Anthony Sutton, in het financiële belang van internationale bankiers en corporaties om de macht te centraliseren, hetgeen het best gerealiseerd kan worden in een collectivistische maatschappij. Europa is echter een lappendeken van soevereine staten.

In de eerste veertig jaar van de twintigste eeuw doen er al enkele ideeën over een Europese eenheid de ronde. De echte geboorte van de Europese Unie zou in 1950 bij de Franse zakenman Jean Monnet liggen, de “grootvader van de Europese Unie”, zo luidt het officiële verhaal. Op 23 juli 1952 ziet daarop de corporatieve voorloper van de EU het levenslicht: de Europese Gemeenschap voor Kolen en Staal, later uitmondend in de Europese Economische Gemeenschap. De EGKS heeft tot doel om voor de betrokken corporaties een ongelimiteerde interne markt voor kolen en staal te scheppen.

1950 is het jaar dat in de media wordt genoemd. Of ligt de geboorte van de EU toch eerder?

De terugkomst van het fascisme in een Europese corporate superstaat. Op 10 augustus 1944 vindt er in Hotel Maison Rouge te Straatsburg een geheime bijeenkomst plaats. Nu zij aan de verliezende hand zijn, draagt een groep nazi-autoriteiten een elite-groep van corporate industriëlen op het naoorlogse herstel te plannen, de uiteindelijke terugkomst van het fascisme voor te bereiden en een nieuw Europees Vierde Rijk te bewerkstelligen. Militair zou het rijk verslagen zijn maar na de oorlog, schrijft de Daily Mail op 9 mei 2009, zouden machtige nazi-tijd bankiers, industriëlen als staal- en kolenmagnaten, en ambtenaren, rijk geworden door de strijd en herboren als democraten, zich inzetten voor een nieuwe zaak: de politieke en economische integratie van Europa. De krant beroept zich op een onlangs opgedoken geheim document gelabeld “EW-PA 128” van de Amerikaanse militaire inlichtingendienst, beter bekend als het “Red House Report.”

De Europese Kolen en Staal Gemeenschap, opgericht door zes staten, waaronder Nederland, wordt de drijvende kracht achter de Europese Economische Gemeenschap (EEG). Reeds in de oorlog bestaat er een hechte samenwerking die een moeiteloze import naar Nederland van kolen door de Steenkolen Handels-Vereeniging (SHV), een gesloten familiecorporatie, mogelijk maakt. Deze pan-Europese organisatie is de eerste stap in de richting van een gereguleerde gemeenschappelijke corporatocratie en, aldus de Daily Mail, de vitale stap voor een gestage erosie van nationale zeggenschap. Hiervoor moeten eerst de nazi-industriëlen worden vrijgesproken en nazi-bankiers en autoriteiten gereïntegreerd, schrijft de krant. In Nederland geldt dat voor collaborateurs als SHV-kolenmagnaat Frits Fentener van Vlissingen.i Veel oud nazi-sympathisanten behouden gewoon hun functie. Oud-NSB-er Joseph Luns was na de oorlog met 25 jaar de langst zittende christelijke minister van Buitenlandse zaken. In 1957 verleent John J. McCloy, de Amerikaanse Hoge Commissaris voor Duitsland, zelf bankier en na de oorlog president van de Wereldbank, amnestie aan nazi-industriëlen die zijn veroordeeld voor collaboratie en oorlogsmisdaden.ii

Hoe het begon: TIME-Magazine’s sympathieke “man van het jaar” en zijn “War on Terror”

Het is 1938 als het gerenommeerde TIME-Magazine een voormalige koorknaap, katholiek, ideale schoonzoon, zeer geliefd en gerespecteerd leider kiest tot “man van het jaar.” iii Hij is een ware Messias die het Duitse volk gaat redden van economische ondergang. Ook in Nederland is de partij van deze hoffelijke, zorgzame en sympathiek gevonden man en bevriend staatshoofd in bepaalde kringen populair. iv Dat geldt zeker voor het fascistisch gedachtegoed.

In 1935 behaalt de Nederlandse tegenhanger van de Duitse Nationaal Socialisten, de Nationaal Socialistische Beweging, voor de verkiezingen van de Provinciale Staten 7.94% stemmen van het totaal. v Daar er in deze tijd opkomstplicht geldt bij de verkiezingen, geeft dat een goede indicatie van de volksopinie. De Nederlandsche Unie schurkt qua ideeën dicht aan tegen de Nationaal Socialisten, zonder daar met uiterlijk vertoon in uniformen, zoals bij Nationaal Socialisten, voor uit te willen komen en is net als zij uit op vergaande samenwerking met Duitsland. Landshistoricus Lou de Jong beschuldigt de Unie later van collaboratie. Op haar hoogtepunt telt deze massabeweging 1 miljoen sympathisanten, waarvan 800.000 leden. Geen partij in Nederland was ooit zo groot.vi

De meest extreme fascistoïde partij is het Zwart Front dat in 1937 8178 stemmen behaalt. Op een bevolkingsaantal dat nog niet de helft telt van het huidige, is het aantal sympathisanten en leden van de fascistisch georiënteerde partijen ongekend.   Ook de protestanten, met name in Duitsland, staan welwillend tegenover de Nationaal Socialisten. Zij verenigen zich daar in de Glaubensbewegung Deutscher Christen die hun gedachtegoed wil integreren in het christendom en de tot het protestantisme bekeerde joden verbannen. vii De streng protestantse minister president Colijn – met wie Balkenende dikwijls wordt vergeleken – en CDA-voorlopers als minister president De Geer en de latere minister president De Quay, zijn gefascineerd door het fascisme met zijn nadruk op de “gezonde” normen en waarden, bepleiten onderwerping aan en verregaande samenwerking met het “bevriende staatshoofd” en snoeren critici de mond. viii

Ondanks alle heldhaftige films rond 5 mei als “Soldaat van Oranje” die ons het tegendeel willen doen geloven, biedt slechts een kwart procent van de Nederlanders na 1940 georganiseerd verzet tegen de onderdrukking. 99,75% neemt niet actief deel, aldus De Volkskrant van 8 november 2006.ix

Het per 2 augustus 1934 aangetreden nieuwe staatshoofd van Duitsland is een held die de angst gaat wegnemen voor de “terroristen”, de communisten die op 27 februari 1933 tot ontreddering en paniek van de Duitsers, hun parlementsgebouw, de historische Reichstag, in brand zouden hebben gestoken. Daarom laat hij direct volgend op deze terreurdaad voor de “veiligheid” van de burgers op 23 maart 1933 een “Patriot-wet” door het parlement aannemen, die maatregelen mogelijk maakt die in de jaren daarna stapvoets steeds meer privacy, rechten en vrijheid afnemen. Deze Volmachtenwet (Ermächtigungsgesetz) ter bestrijding van het “terrorisme” geeft de overheid nagenoeg onbeperkte bevoegdheden en macht die zich voortdurend uitbreiden in de jaren erna. x

Onder de nieuwe maatregelen valt de invoer van de identificatieplicht met een persoonsbewijs voorzien van vingerafdrukken, een aangezichtsfoto, een persoonsnummer en gekoppeld aan een centrale database.xi Het volk, waaronder keurige burgers als joodse middenstanders, accepteert het persoonsbewijs begripvol: “wij zijn nette burgers en hebben immers niets te verbergen”, is hun argument. De maatschappelijke terreur zou voornamelijk afkomstig zijn van een bepaalde bevolkingsgroep met een “barbaars geloof”, gepresenteerd als gemeenschappelijke vijand. Via Mainstream Media als het ANP en de Telegraaf, documentaires, toespraken en pamfletten wordt deze boodschap voortdurend aan het volk op beangstigende wijze duidelijk gemaakt en de “War on Terror” verdedigd. xii

Om de burgers te beschermen tegen deze “terroristen” in het kader van de “Schutzhaft” krijgt de Gestapo, de geheime staatspolitie van Duitsland, per 30 november 1933 steeds meer bevoegdheden. Zo mag zij verdachte burgers op grond van hun “risicoprofielen”, opgeslagen in de centrale database tezamen met de gegevens van het persoonsbewijs, zonder verhoor door de rechter in hechtenis nemen en opsluiten in concentratiekampen. Dit overkwam huismoeder mevrouw Van Apeldoorn die op grond van haar “risicoprofiel” – haar broer was lid van een linkse partij en ze las de “foute” boeken – vier jaar in preventieve hechtenis wordt genomen in kamp Ravensbrück, aldus haar zoon in een ingezonden brief van 26 november 2006 aan De Volkskrant. In Nederland werken, de Gestapo en de Nederlandse overheid, nota bene, al vanaf het begin van de jaren dertig samen om deze “Marxistische en Joodse elementen aan te houden”, concludeert G. van Roon in een onderzoek beschreven in De Volkskrant van 19 december 1997.

Voor grootscheepse volksmanipulatie is, net als nu, beheersing van de massamedia cruciaal. xiii Het “juiste” nieuws over de strijd tegen de terreur, sport, educatie, doorspekt met “gezonde” normen en gezinswaarden wil Adolf Hitler – want over hem hebben we het – gelardeerd met voorlopers van soaps en reality TV, voortaan via de kabel naar iedere burger brengen. De Daily Mail publiceert op 21 oktober 2008 een artikel over hoe de nazi’s al in 1945 op het punt staan van een ultieme technologische doorbraak die massale overheidspropaganda en een big brother staat mogelijk zou maken, juist als de geallieerden binnenvallen. Dit technologische instrument speciaal ontwikkeld als spreekbuis van de macht en ter manipulatie van de massa heet, aldus de krant: …kabeltelevisie. xiv Later zullen Duitse wetenschappers in de Verenigde Staten de spil zijn in de ontwikkeling van geavanceerde futuristische technologie.

De Europese Economische Gemeenschap blijkt een nazi-ontwerp. Vooruitlopend op het Red House Report openbaart Hitler in 1940 zijn plannen om Europa politiek, sociaal en economisch tot een eenheid te smelten volgens zijn Nieuwe Orde of “Neuordnung.” Walther Funk, president van de Reichsbank, tevens minister van Economische zaken, ontwerpt samen met vakgenoten de blauwdruk van de Europese Economische Gemeenschap zoals de EU voorheen genoemd werd.   In de serie essays uit 1942, getiteld “De Europese Economische Gemeenschap” (“Der Europaïsche Wirtschaftgemeinschaft” ), zetten vooraanstaande nazi-economen als Funk, professor dr. Jecht en vertegenwoordigers van corporaties en zakenverenigingen als de Verein Berliner Kaufleute und Industrieller, hun plannen voor Europa uiteen. In hoofdstuk 1 bepleit Walther Funk een totaal vrije markt voor de corporaties met een “volledige wegneming van import- en munteenheid-barieres.”xv

In deel 2 spreekt professor Jecht over de totale ineenstorting van het oude wereldeconomie-model na een korte periode van ongebreidelde vrije markt en het economisch “excessieve” protectionisme dat daarop volgt. De nazi-auteur schrijft dat “het alleen vanuit deze historische achtergrond mogelijk is het belang van de economische nieuwe orde van Europa in te schatten die is ingevoerd in de laatste paar jaren in een bijna adembenemend tempo.” “We staan nu op de drempel van een nieuwe periode in de historie van de wereldeconomie,” vervolgt hij, en eindigt zijn epistel met “…de creatie van een Europees economisch gebied dat immuun is voor Eurofobische invloeden…”xvi

Waar hebben we deze woorden eerder gehoord?

“De nazi-blauwdruk voor een verenigd Europa komt verbluffend veel overeen met de structuur van de Europese Unie, zoals wij die nu kennen,”

concludeert een vakblad voor bankiers “The International Currency Review.” Al eerder in 1940 presenteert de Reichsbank een ontwerp voor een Europese monetaire unie en in datzelfde jaar introduceert men de plannen voor een centrale Bank voor Europese Betalingen. xvii Walther Funk neemt tevens zitting in de in 1930 opgerichte Bank for International Settlements – de huidige centrale bank van de centrale banken, tezamen met nazi-autoriteit Emil Puhl, Herman Schmitz directeur van IG Farben en Baron von Schroeder, eigenaar van de J.H.Stein Bank, de bank die de Gestapo-tegoeden beheert. xviii Met een innige verstrengeling van bedrijfs- en overheidsbelangen vergelijkbaar met die van huidige politici, is Funk in zijn hoedanigheid als BIS-directielid, minister van economische zaken en Rijksbankpresident, de opvolger van Hitler’s financiële genie Hjalmar Schacht.

Ook Robert Edwin Herzstein, geschiedenisprofessor aan de Universiteit van Zuid Carolina, komt tot dezelfde conclusies over de nazi-plannen voor een corporatief Europa volgens ‘Der Neuordnung’ en de uiteindelijke dominering van een wereld waarin de werknemer geen rechten en niets te zeggen heeft in zijn boek When Nazi Dreams Come True. xix

Hitlers oorlog is een opstap naar een wereldsysteem van financiële controle in privé handen  Hitlers Neuordnung is een mekka voor corporaties en corporatieve banken. Overheid, het corporate bedrijfsleven en bankwezen gaan een innig huwelijk aan. Mussolini ziet fascisme en corporatisme als eenheid als hij zegt: “Het is toepasselijker als men fascisme, corporatisme noemt want het is de samensmelting tussen staats- en corporate macht.” xx

Geen wonder dat Hitler zijn financiering ontvangt van banken en corporaties uit Amerika en ook uit Nederland. Professor Anthony Sutton bewijst in “Wall Street and the Rise of Hitler,” hoe de opkomst van Hitler en het nationaal socialisme enkel tot stand kon komen door de financiering van buitenlandse, voornamelijk Amerikaanse banken en corporaties, veelal in nauwe collaboratie met hun Europese tegenhangers of nevenvestigingen. xxi

William E. Dodd, ambassadeur voor Duitsland schrijft in 1937:

“Een kliek van VS-industriëlen zet alles op alles om een fascistische staat te stichten die ons democratische bewind omver werpt en werkt nauw samen met het fascistische regime in Duitsland en Italië. Ik heb op mijn post te Berlijn ruimschoots gelegenheid gehad om getuige te zijn van hoe “close” onze Amerikaanse regerende families zijn met het naziregime.” xxii

Deze “closeness” met het fascistisch gedachtegoed geldt ook voor de Nederlandse machtselite. xxiii

In hoofdstuk 1 schrijft Sutton dat een analyse van de contemporaine media-uitingen aantoont dat men destijds volledig op de hoogte is of kan zijn van de nazi-dreiging en activiteiten. Journalist George Seldes schrijft zelfs:

“…Hitler had de steun van het meest wijdverbreide tijdschrift uit de geschiedenis, “Readers Digest”, alsmede van negentien grootstedelijke kranten en een van de drie Amerikaanse persbureaus, het Hearst imperium van $ 220-miljoen.”xxiv

Bovendien schrijft hij dat de betrokken “firma’s in eigendom waren van dezelfde financiers die periodiek hun bankiershoeden afzetten en nieuwe opzetten als “staatlieden.” Als staatslieden formuleerden zij het Dawes en Young plan voor de terugbetaling door Duitsland van gigantische leningen aan de internationale bankiers. Ook Hitlers naziminister Hjalmar Schacht, net als zijn opvolger Funk zowel staatsman als bankier, neemt samen met andere nazi-corporatisten als A. Voegler van de Duitse Vereinigte Stahlwerke, zitting in de commissie van experts voor het ontwerp van het Dawes plan xxv Onder het kopje “B.I.S. – The Apex of Control” citeert Sutton professor Carroll Quigley, welke concludeert dat deze grenzen overstijgende alliantie van banken en corporaties

“…niets minder [is] dan [een middel] ter creatie van een wereldsysteem van financiële controle in privé handen, capabel om het politieke systeem van elk land en de wereldeconomie in haar geheel te domineren.”

Het vehikel hiervoor is de Bank of International Settlements te Bazel, de “spil van het systeem”, aldus Quigly.

Na zijn jarenlange archiefonderzoek komt Sutton, met overlegging van documenten en cijfermateriaal in hoofdstuk 12 tot de volgende conclusies:

Wall Street financiert de Duitse coporatieve kartels in het midden van de jaren twintig die op hun beurt Hitler aan de macht brengen.   De financiering van Hitler en zijn SS straat-terroriseerders komt deels van partners of dochterondernemingen van Amerikaanse firma’s met inbegrip van Henry Ford in 1922, betalingen door I.G. Farben (=Duits-Amerikaans) en General Electric in 1933, direct gevolgd door aanvullende betalingen van Standard Oil uit New Jersey en I.T.T. tot 1944 aan Heinrich Himmler, leider van Hitlers SS.

Amerikaanse multinationals beheerst door Wall Street, profiteren aanzienlijk van Hitlers militaire opbouwprogramma in 1930 en doen dat tenminste tot 1942.

Dezelfde internationale bankiers gebruiken hun politieke invloed in de Verenigde Staten om hun oorlogscollaboratie te verhullen en om dit te doen infiltreren zij de U.S. Control Commission voor Duitsland.   In hoofdstuk 1 presenteert Sutton bewijs dat de Dawes en Young plannen ten behoeve van de Duitse herstelbetalingen na de Eerste Wereldoorlog zijn geformuleerd door Wall Streeters, die op dat moment hun overheidspet dragen. Deze leningen genereren gigantische winsten voor het kartel van internationale bankiers. Schatrijk geworden door WOII is Amerika het enige land ter wereld dat sindsdien voortdurend betrokken is geweest bij een oorlog “voor vrede en democratie.”

Standard Oil, onder supervisie van de Rockefeller familie, helpt nazi-Duitsland aan de techniek ter ontwikkeling van synthetische olie. De International Telephone and Telegraph Company (nu I.T.T.) werkt aan beide kanten van de oorlog, demonstreert Sutton in hoofdstuk 5. Henry Ford steunt Hitler al sinds 1922 en Edsel Ford continueert de traditie in 1942 met de productie van oorlogsvoertuigen voor de Wehrmacht die in 1944 tegen de eigen Amerikaanse militairen zijn gebruikt als zij landen op de Normandische kust tijdens D-Day.

Een ander kopstuk van de internationale corporatieve elite dat Hitler steunt, is de grootvader van George W. Bush: Prescott. De Guardian beschrijft in een artikel van 25 september 2004 getiteld “How Bush’s grandfather helped Hitler’s rise to power” hoe Prescott Bush Hitler financieel dekt en mede aan de macht helpt. Als aandeelhouder verdient hij enorme sommen aan de nazi-leningen, geld dat, aldus de krant, de politieke Bush dynastie mogelijk heeft gemaakt. De Union Banking Corporation (UBC) waar opa Bush directeur van is, wordt in 1929 opgericht door de Nederlander H.J. Kouwenhoven, directeur van de August Thyssen Bank in Berlijn and van Fritz Thyssens Vereinigte Stahlwerke, tezamen met de Amerikaanse investeringsbank Brown Brothers Harriman, schrijft de Guardian. Het is een Amerikaanse dependance van de August Thyssen Bank die in 1926 eigendom wordt van Fritz Thyssen; “Hitlers engel” en sponsor. De bank functioneert als geldsluis naar nazi-Duitsland. De krant schrijft:

“Tegen het einde van de jaren dertig hebben Brown Brothers Harriman, die ‘s werelds grootste private investeringsbank claimt te zijn en UBC, voor miljoenen dollars aan goud , brandstof, staal, kolen en staatsobligaties gekocht en verscheept naar Duitsland, die zowel de opbouw van Hitlers oorlogsmachine voeden en financieren.”

De enorme goudinvesteringen van UBC gaan de aandacht trekken. Op 30 juli 1942 publiceert de New York Herald-Tribune een artikel over de UBC-bank getiteld: “Thyssen heeft $ 3.000.000 aan contanten in New Yorkse kluizen.”xxvi De transacties met nazi-geld laten Bush geen windeieren leggen. “Bush heeft aanzienlijke winsten behaald uit Auschwitz slavenarbeid” schrijft Clamor Magazine op 14 mei 2002. De winsten uit de concentratiekampen worden doorgesluisd via Rotterdam naar de UBC. De schatrijk geworden directeur van deze VS-bank, Prescott Bush zou echter van alles niets geweten hebben.

In hoofdstuk 10 van “Wall Street and the Rise of Hitler” toont Sutton dat het omstreden in 1933 door Van Holkema & Warendorf in Nederland verschenen boekje van Sidney Warburg, getiteld “De geldbronnen van het Nationaal Socialisme” feitelijk wel degelijk juist is. Het werkje wordt direct na de publicatie uit de handel genomen en de overgebleven exemplaren vernietigd. Een exemplaar dat enige tijd geleden is teruggevonden is opnieuw gepubliceerd door Uitgeverij Elmar. In het boekje beschuldigt de auteur de Rockefellers, Warburgs en de belangrijkste oliecorporaties, waaronder Shell, ervan Hitler te hebben gefinancierd met Nederland als financieel knooppunt.

Sutton beschrijft in drie boeken, tezamen de “Wall Street and…” -trilogie, hoe de groep van internationale bankiers en corporaties tegenover elkaar staande kampen financiert met als doel macht en gewin door politieke oproer, financiële crises, revoluties en oorlogsvoering. Moedige, zelfopofferende soldaten denken hun leven te geven voor “volk en vaderland”, miljoenen onschuldige burgers vinden de dood: Zowel het Bolsjewistische Socialisme (=communisme) en de Trotski-Lenin revolutie van 1917, het Nationaal Socialisme (=nazisme) met de machtsovername in 1933 van Adolf Hitler, als het New Deal Socialisme met de verkiezing in 1933 van Franklin D. Roosevelt wordt door hen gefinancierd en gesteund. Daarbij stelt hij in hoofdstuk twaalf dat het in het financiële belang van de internationale bankiers is om de macht te centraliseren, hetgeen het best gerealiseerd kan worden in een collectivistische maatschappij zoals, bijvoorbeeld, geportretteerd in de Neuordnung vormgegeven in Funks “Der Europese Wirtschaftgemeinschaft” , het tussenstation voor een mondiaal machtssysteem.

Nederland naast Amerika spil in de financiering van nazi-Duitsland Het aandeel van Nederland in de organisatie rond, en de daadwerkelijke financiering van Hitler is opmerkelijk groot geweest. In hoofdstuk 7 beschrijft Sutton het aandeel van Shell met verwijzing naar een boek van Glyn Roberts. In “The Most Powerful Man in the World” beschrijft Roberts de Nederlandse zakenman Henri Deterding als persoonlijk financier van Der Führer. De aanduiding “belangrijkste man ter wereld” is van Deterding zelf afkomstig. Op zijn begrafenis in 1939 is zijn doodskist omringt door nazivlaggen en nazi-prominenten, terwijl Adolf Hitler als dank voor bewezen diensten een krans laat bezorgen. xxvii

Steeds meer feiten over de rol van Shell komen aan het licht. Op 7 augustus dit jaar publiceert John Donovan een artikel getiteld “Bewijs van hoe Koninklijke Nederlandse Shell, Hitler en de nazipartij redt.” Dankzij een enorme financiële injectie door Shell wordt Hitlers partij van ineenstorting gered met indirect miljoenen doden tot gevolg. Deterding heeft een vier dagen durende bijeenkomst met Hitler in het Adelaarsnest te Berchtesgaden. Een van de motieven is toegang tot nieuwe olievelden. Documenten van de Amerikaanse inlichtingendienst typeren Shell als nazi-collaborateur en exploitant van nazi-slavenarbeid, schrijft Donovan. xxviii

Het Vrije Volk publiceert op 20 september 1947 een artikel over hoe Shell samen met Standard Oil de bezinefabricage voor Hitlers Luftwaffe financiert. xxix Ook heeft Shell een aandeel van 25% in Deutsche Benzinewerke en deels een supervisietaak over IG Farben. Net als Philips produceert Shell met goedvinden van de Nederlandse overheid voor de Duitse oorlogsmachine, gebruikmakend van slavenarbeid. Bijna anderhalf duizend slaven hebben volgens pagina 374 van “Verzeichnis der Haftstatten unter dem Reichsfuhrer-S.S.” onder de meest erbarmelijke omstandigheden voor deze corporatie gearbeid. xxx Shell behoort tot de 255 nog actieve bedrijven die in de nazi-tijd van slavenarbeid gebruik hebben gemaakt zonder de slachtoffers te compenseren, aldus de Los Angeles Times, Orange Country Edition van 8 December, 1999.xxxi

Volgens bovengenoemd artikel in The Guardian van 25 september 2004 staat Bush’s Union Banking Corporation in direct contact met de Rotterdamse Bank voor Handel en Scheepvaart (BHS). Sutton beschrijft in hoofdstuk 10 van zijn boek hoe via deze bank, de Mendelsohn & Co Bank te Amsterdam en een Italiaanse bank, het geld voor Hitler wordt doorgesluisd en hoe omgekeerd via de Rotterdamse BHS nazi-winsten worden wit gewassen en geruisloos naar de New Yorkse UBC worden overgemaakt om te ontkomen aan eventuele herstelbetalingen na de oorlog. De Bank voor Handel en Scheepvaart blijkt de spil in het doorsluizen van nazi-geld. De bank is eigendom van de Nederlands-Hongaarse-Zwitserse broers staalmagnaat Fritz Thyssen en de in Scheveningen geboren Baron Hans Heinrich Thyssen-Bornemisza. Fritz gaat prat op zijn steun aan Hitler en publiceert in 1941 zijn boek getiteld “Ik financierde Hitler.” Op de bankrekeningen van de BHS worden de oorlogswinsten van ondermeer slavenwerkkampen als Auschwitz geparkeerd.

Net als Bush een financieel belang heeft in de Amerikaanse vestiging van Thyssen, de Union Banking Corporation, heeft Koningin Wilhelmina, grootaandeelhoudster van de Nederlandsche Handels Maatschappij (op haar beurt erfgename van de VOC-slaven en harddrugshandel xxxii) een belang in deze Thyssen vestiging te Rotterdam. De NRC bericht hierover op 1 juni 1991 in “Operatie Juliana” waarbij een deel van het Oranje-kapitaal oorspronkelijk geparkeerd bij de BHS, in 1946 hals over kop vanuit de moederbank te Berlijn, de August Thyssen Bank, naar Nederland wordt gesmokkeld teneinde confiscatie door de Russen of geallieerden te verhinderen. Onderzoeksjournalist Ton Biesemaat schrijft dat hem uit dossieronderzoek is gebleken dat de geldsmokkel veel omvangrijker is dan de NRC meldt. Het veel grotere nazi-vermogen van de familie Thyssen smokkelt men terug naar Rotterdam. Dankzij kringen rond Prins Bernhard – de prins is dikke maatjes met Hans Heinrich – is de TBG Thyssen Bornemisza Groep sinds 1948 weer springlevend. xxxiii

De terreuraanslagen blijken nep; de “complotters” krijgen gelijk Als de oorlog in 1945 ten einde is, is tevens de betovering van Hitler voorbij. De massa realiseert zich steeds meer zijn ware aard. Aanvankelijk worden de twijfelaars aan de voorgewende toedracht van de terreuraanslag op de Rijksdag nog weggezet als paranoïde aanhangers van samenzweringstheorieën maar de geruchten dat Hitler de brand zelf zou hebben laten aansteken worden steeds sterker. Op 12 januari 2008 schrijft The Guardian dat de jonge Nederlandse communist Martinus van der Lubbe ten onrechte door de nazi’s als aanstichter van de brand is beschuldigd en onthoofd gezien het concept dat de nazi-rechtspraak indruiste tegen de basisideeën over rechtvaardigheid. Hitler had de terroristische aanslag nodig om de verregaande beperking van privacy en burgervrijheden “voor de veiligheid” aannemelijk te kunnen maken met als doel de Neuordnung in Europa. Van der Lubbe wordt 75 jaar na dato vrijgesproken na jaren getouwtrek. xxxiv Al deze inspanning lijkt zinloos als Van der Lubbe toch de initiator is van de terreuraanslag.

Historicus Alexander Bahar en psycholoog/fysicus Wilfried Kugel onderzoeken 68 jaar na de terreurdaad 50.000 bladzijden aan juridische en Gestapo-documenten uit de nazitijd die tot 1990 liggen opgeborgen in Moskou en Oost-Berlijn. Het resultaat is een opmerkelijk en explosief 800 pagina’s dik boekwerk, getiteld “De Rijksdagbrand – hoe geschiedenis wordt gecreëerd” dat voor het eerst nagenoeg compleet bewijs levert dat de nazis de Rijksdagbrand zelf hebben aangestoken en daarmee definitief de Van-der-Lubbe-mythe hebben ontkracht. xxxv

Hitler zei overigens zelf al: “Terreur is het beste politieke wapen daar niets mensen meer aanspoort dan de angst voor een plotselinge dood.” xxxvi

Na de oorlog richten overheden, internationale corporaties en banken in rap tempo mondiale instituten op als de Wereldbank, het Internationaal Monetair Fonds, de Wereldgezondheidsorganisatie, de Noord-Atlantische Verdrags Organisatie met een internationaal leger en de Verenigde Naties, dit alles “ter bewaking van de vrede en democratie en ter voorkoming dat er ooit weer een tweede wereldoorlog uitbreekt” zo luidt de officiële uitleg. Het is dé kans om de uitkomsten van de oorlog te benutten ter verdere centralisering van de macht en de mogelijkheid op een collectivistische, gecontroleerde maatschappij te vergroten.

De centrale rol van Nederland bij de grondvesting van een naoorlogs corporatief Europa Nederland behoort bij de oprichtende lidstaten van het eerste uur. De in 1996 overleden “Mister Europe”, VVD-er Hans R. Nord, neemt een cruciale voortrekkersrol in bij de vorming van de Europese Economische Gemeenschap. Mister Europe wordt gezien als een van de belangrijkste grondvesters van het Europees Parlement. Hij is onder meer juridisch adviseur van de corporatieve big-pharma lobby, de Koninklijke Nederlandse Maatschappij tot Bevordering der Pharmacie van 1946 tot 1962, secretaris-generaal van het Europees Parlement van 1962 tot 1979 en voorzitter van de Beweging Europese Federalisten van 1950 tot 1958. In weekblad “De Baanbreker” publiceert hij in 1945 een drietal artikelen. In het artikel getiteld “Voor een federatief Europa” schrijft hij:

“Het probleem van een nieuwe wereldorde is op het ogenblik meer acuut dan ooit. Nu de oorlog voorbij is, en daarmede de voornaamste prikkel tot samenwerking tussen de grote mogendheden is weggevallen, is het noodzakelijk dat men gaat beseffen wat het winnen van de vrede van ons allen zal vergen, een krachtsinspanning die zeker niet minder groot is dan die, welke tot het verslaan van de vijand heeft geleid.”

Nord continueert in het artikel met uit te leggen dat voor een Europese superstaat de soevereiniteit van de afzonderlijk staten moet worden opgeheven, hetgeen betekent dat defensietaken, buitenlandse zaken, internationale financiering en betaalverkeer in handen komen van de Europese federatie. In “Praktische consequenties van een Europese federatie” beklemtoont hij dat nog eens en zegt dat een Europese federatie “geen doel op zich [is] maar een eerste stap naar wereldfederatie.” xxxvii

In 1954 is Prins Bernhard een van de twee oprichters van de Bilderberggroep en tevens voorzitter. Bernhard is onder Hitler werkzaam voor de spionagedienst van het nazi-chemiebedrijf IG-Farben, verantwoordelijk voor de productie van het concentratiekampgas Zyclon-B. Hij is lid van de Sturmabteilung van Hitlers partij de NSDAP en van een onderdeel van Hitlers paramilitaire terreurpolitie, de Reiter-SS. xxxviii

De Bilderberggroep onder leiding van Zijne Koninklijke Hoogheid is een van de belangrijkste pleitbezorgers van een verenigd Europa. In een aflevering uitgezonden op 6 januari 2004 van VPRO’s “Andere tijden” getiteld “Bilderbergconferentie 1954” wordt gesteld dat de eerste conferentie vooral dient om de anti-Amerikaanse gevoelens bij de Europeanen weg te nemen en eenheid onder de naties te bevorderen, te beginnen met een verenigd Europa. Majoor-generaal F. Howley, net terug van een Europareis, verwoordt de argwaan van het volk gedomineerd te worden door de Amerikaanse banken en corporaties met de woorden: “we gebruiken ons geld hen te vertellen hoe te leven.” Aan de andere kant is er de Amerikaanse irritatie over de schroom van Europa om, bij wijze van dank voor de geboden oorlogshulp, mee te willen werken aan de oorlog tegen de nieuwe “terroristen”, in dit geval de communisten.

Deze vijand is echter, net als de Nationaal Socialisten, gecreëerd voor persoonlijke macht en gewin. Anthony Sutton bewijst in “Wall Street and the Bolshevik Revolution” hoe hetzelfde internationale kartel van banken, corporaties en overheidsvertegenwoordigers het communisme met geld en steun in het zadel helpt en de revolutie van 1917 mogelijk maakt.xxxix Nu is het geen Duits staatshoofd maar een Amerikaanse president die de wereldbevolking door te appelleren aan angst voor “de terroristen” voor zijn machtsbelangen probeert over te halen. In de VPRO-documentaire roept president Harry S. Truman in 1951 de “Naties van de Vrije Wereld op zich te bewapenen voor de Vrede” (bewapening of oorlog = vrede):

“Onze huizen, onze natie; alles waarin we geloven verkeert in groot gevaar! Het communisme is bereid om de wereld in een oorlog te storten om haar zin te krijgen. […]We breiden ons materieel in hoog tempo uit. […] laat geen agressor denken dat we verdeeld zijn.”

David Rockefeller, kernlid en stamgast bij de conferentie vanaf het eerste uur, verwoordt het doel van de bijeenkomsten als volgt: “Particulieren uit diverse hoeken van het bedrijfsleven samen te brengen [waaronder corporaties als Shell en Unilever] met personen met een openbare functie om over kwesties van mondiaal belang te praten.” Het is een ondemocratisch samengaan van staats- en corporate macht waaraan de burger in het geheel niet te pas komt.

Hoe nazi’s na de oorlog topfuncties verkrijgen bij de overheid en in de wereld van wetenschap en technologie Duizenden kopstukken van de nazi-elite zoals wetenschappers en zakenlieden, waaronder oorlogsmisdadigers, worden na de oorlog veelal via elitaire old boys netwerken en geheime projecten die schuilgaan onder namen als “Odessa” – waarbinnen 50.000 nazi’s in Noord- en Zuid-Amerika zijn gerealloceerd – aan een nieuwe identiteit en bestaan geholpen. Amerika’s gezant in Duitsland, John Mc Coy verleent in 1957 amnestie aan nazi-industriëlen die zijn veroordeeld voor oorlogsmisdaden. Papieren worden vervalst, misdadigers gedenazificeerd, de herkomst van de werknemers geheim gehouden. Velen belanden op topposities bij de overheid, NASA, de CIA en diverse corporaties. Sommigen blijven in Europa. Het meest in trek zijn echter Argentinië en de Verenigde Staten. Critici stellen zich de vraag of deze grootscheepse invoer van oud-nazi’s geen ideologische vervuiling van het staatsapparaat teweeg heeft gebracht.

Zo haalt de Amerikaanse overheid onder de schuilnaam Operation Paperclip vanaf 1945 minimaal 1500 voormalig nazi-wetenschappers uit Duitsland voor sleutelposities bij de NASA, CIA en de Amerikaanse oorlogsindustrie. Onder de gerekruteerde bevinden zich Wernher von Braun, ontwikkelaar van de V-2 raket die uiteindelijk word gekoppeld aan de atoombom en nazi-arts Hermann Becker-Freyseng die medische experimenten uitvoert op Dachau-concentratiekampgevangenen. Wernher wordt leider in de Amerikaanse ruimtevaarttechnologie. Kurt Blome, nazi-hoofd bacteriologisch onderzoek die te Dachau medische experimenten verricht op onvrijwillige slachtoffers en verantwoordelijk wordt gesteld voor de moord op tienduizenden Polen, krijgt een functie bij defensie, afdeling chemische oorlogsvoering. Klaus Barbie, de “slachter van Lyon” rekruteert men voor de inlichtingendienst, net als Reinhard Gehlen en Alois Brunner, verantwoordelijk voor de dood van 140.000 joden.

De andere populaire bestemming is Argentinië alwaar het Perón-bewind Hitlers fascisme een warm hart toedraagt. Historicus P. Farell, beschrijft in zijn boek “Nazi International” hoe er plannen bestaan om met hulp van Juan Perón, IG Farben en Martin Bormann in Zuid Amerika een nieuwe nazistaat op te richten. Prins Bernhard, oud medewerker van IG Farben, is een goede vriend van de familie Perón. In 1951 decoreert Bernhard, Evita Perón met het grootkruis van Oranje Nassau. Daarvoor bezoekt hij Argentinië in elk geval in 1943, aldus Ton Biesemaat, voor een ontmoeting met zijn verwanten, de Zorreguieta’s. xl De BBC meldt op 8 mei 2007 hoe Prins Bernhard als “KLM-director” (lid van de raad van commissarissen van de KLM) destijds, “mogelijk” betrokken zou zijn bij de vlucht van hoge nazi’s naar het Zuid-Amerikaanse land in de periode 1945 tot 1955. Dit gebeurt volgens de Netwerk documentaire van 1 mei 2007 met medeweten en toestemming van de Nederlandse overheid en de KLM-top. Meer dan 150 nazi-families vluchten met actieve medewerking van de KLM vanuit Zwitserland, onderwie de architect van de holocaust, Adolf Eichmann. De passagierslijsten zijn inmiddels vernietigd. xli

De tweede Reichstagbrand: TIME-Magazine’s “man van het jaar” en zijn “War on Terror” Het is 2000 als het gerenommeerde TIME-Magazine de kleinzoon van Prescott Bush uitroept tot “man van het jaar.”xlii In 2001 is hij uitgegroeid tot held die de angst gaat wegnemen voor de “terroristen”, de moslimfundamentalisten die op 11 september 2001 tot ontreddering en paniek van de wereld, het World Trade Center zouden hebben verwoest met 3000 doden tot gevolg. Daarom laat hij direct volgend op deze terreurdaad voor de “veiligheid” van de burgers de “Patriot-wet” door het Congres aannemen, die maatregelen mogelijk maakt die in de jaren daarna stapvoets steeds meer privacy, rechten en vrijheid afnemen. Deze volmachtenwet ter bestrijding van het “terrorisme” geeft de overheid nagenoeg onbeperkte bevoegdheden en macht die zich steeds meer uitbreiden in de jaren erna.

Nederland, satelliet van Amerika, volgt in alle opzichten. Talloze burgerrechten en privacy afbrekende maatregelen voert de overheid in. Onder de nieuwe “veiligheids”-maatregelen valt ook de invoer van de identificatieplicht met een persoonsbewijs voorzien van vingerafdrukken, een gezichtsscan en een persoons- of BSN-nummer, alles gekoppeld aan een centrale database. xliii Nederland speelt in Europa een sleutelrol bij de invoer. Het volk, waaronder keurige burgers als moslim-middenstanders, accepteert het persoonsbewijs begripvol: “wij zijn nette burgers en hebben immers niets te verbergen”, is hun argument. (In de NU van 26 oktober 2009 constateert een EU-expert dat slechts 35% van de Nederlanders zich bekommert om de privacyaspecten). De maatschappelijke terreur zou voornamelijk afkomstig zijn van een bepaalde bevolkingsgroep met een “barbaars geloof”, gepresenteerd als gemeenschappelijke vijand. Via Mainstream Media als het ANP-nieuws en de “kwaliteitskranten” wordt deze onware boodschap gelardeerd met Tjibbe Joustra’s terreuralarmen, voortdurend aan het volk op beangstigende wijze duidelijk gemaakt en de “War on Terror” verdedigd. xliv Eén politieke partij spreekt zelfs van massale deportatie van deze bevolkingsgroep. xlv

Om de burgers te beschermen tegen deze “terroristen” krijgen justitie, politie en de AIVD, de geheime staatspolitie van Nederland, steeds meer bevoegdheden. Het heringevoerde persoonsbewijs is, schrijft de NRC van 11 juni 2009, “een in aanleg nationaal opsporingsregister.” Zo is het een koud kunstje om verdachte burgers op grond van hun “risicoprofielen”, opgeslagen in deze centrale database tezamen met de gegevens van het persoonsbewijs, te arresteren. Van terrorisme verdachte burgers mogen zonder verhoor door de rechter uitgeleverd of, in Amerika, in hechtenis genomen en opgesloten worden in concentratiekampen als Guantánamo Bay en andere minder bekende gevangenissen of geheime kampen. Uitlevering zonder tussenkomst van een Nederlandse rechter overkwam bijvoorbeeld Robert Hörchner in het kader van het recente Europees Arrestatie Bevel (EAB) of Uitleveringsverdrag. xlvi Alleen al in de periode sinds de invoer in 2001 tot begin 2005 is er meer dan 2600 maal gebruik gemaakt van het EAB. xlvii

De aanslagen van deze “tweede Reichtag-aanslag” blijken opnieuw nep. Talloze malen is aangetoond hoe de wolkenkrabbers van het World Trade Center rechtstandig in vrije val op hun plattegrond zijn neergekomen zoals gebruikelijk bij het gecontroleerd met springstoffen opblazen van gebouwen. Steeds duidelijker wordt hoe elementen binnen de overheid in werkelijkheid achter de aanslagen zitten.xlviii De mainstream media en politieke leiders weigeren te onderzoeken. Schrijnender is dat opnieuw sommige burgers fungeren als “gatekeepers” van de gevestigde orde. Zij beschermen de daders door iedere twijfel aan het officiële verhaal te ridiculiseren, feiten te ontkennen en oprecht onderzoek in een kwaad daglicht te stellen en zijn daarmee, net als de politici en mainstream media, in feite medeplichtig aan een van de ernstigste misdaden uit de geschiedenis.

Politiek activist en professor linguistiek Noam Chomski zegt bij een interview in The Commonwealth Club te San Francisco op 6 oktober jongstleden, dat er sprake is van een beangstigende analogie tussen de huidige door corporatiebelangen bepaalde nieuwsvoorziening met die van de Weimar Republiek vlak voor Hitlers aantreden. De schuld van de problemen leggen zij voortdurend bij bepaalde bevolkingsgroepen waardoor de roep om een sterke leider steeds harder wordt en de aandacht van de werkelijke problemen en veroorzakers afgeleid. Divide et impera. xlix

Op weg naar de corporate Europese superstaat Intussen gaat de vorming van een corporate superstaat Europa in een steeds rapper tempo. De “terreuraanslagen” blijken een zegen voor de vorming van een Europees controleapparaat dat al het gaan en staan van de burger reguleert en controleert.

Zo is er volledige meningsvrijheid zolang men maar de juiste inzichten verkondigt. De in april dit jaar aangenomen nieuwe EU-richtlijn tegen discriminatie bepaalt dat woorden waarmee voor gelovigen, gehandicapten, anders geaarden, etnische groepen en ouderen “een bedreigende, vijandige, beledigende, vernederende of kwetsende omgeving wordt gecreëerd” strafbaar worden, schrijft de Dagelijkse Standaard op 7 augustus onder de titel: “Katholieken zijn bang maar eigenlijk moeten we dat allemaal zijn!” Politici als Hirsch Ballin sluiten bij de EU-teneur van verdachtmaking aan door gevoeligheden bij bepaalde groepen als gelovigen, homoseksuelen en ethische minderheden uit te buiten als vehikel ter beknotting van de vrijheid van meningsuiting en vergroting van overheidsmacht.

Zelfs de doodstraf herintroduceert men via de kleine lettertjes. In de met dwang, bedrog en volksverraad ingevoerde Europese Grondwet, bekend onder de naam “Verdrag van Lissabon”, ontdekt Professor Karl Albrecht Schachtschneider een voetnoot waarin staat dat, hoewel er formeel geen doodstraf in de EU meer wordt uitgevoerd, er van deze regel zal worden afgeweken bij “vijanden van de staat” in geval van oorlog, rellen en grote sociale onrust. l Met andere woorden: “terroristen.” En wie zijn dat? De Daily Express van 17 juni 2007 rapporteert dat tegenstanders van de EU worden gezien als terroristen: “Degenen die anti-EU zijn zijn terroristen”, oreert een Europoliticus. Het is namelijk “psychologisch terrorisme om het spook van de Europese superstaat te suggereren” is de politiek-correcte mening, aldus de krant.li

Maar er zijn inmiddels geruisloos preventieve maatregelen getroffen. Eurogendfor , het Europese Gendarmeriekorps is de onlangs speciaal opgerichte internationale paramilitaire terreurpolitie die moet optreden tijdens oproer door “burgerterreur”. Hoewel globalisering volgens de officiële opvatting van wereldpolitici juist vrede in de hand zou werken, zijn er uitgebreide plannen voor een Europees leger met bijbehorende industrie, waarvoor, gezien de economische neergang, veel belangstelling zal zijn bij laaggeschoolde werklozen. De Telegraph van 18 februari 2009, schrijft dat het Europees Parlement de blauwdruk van een Europees leger binnenkort goedkeurt, terwijl de Times van 9 mei eveneens dit jaar, schrijft hoe duizenden bij het leger gaan om aan de recessie te ontsnappen. lii

Voor corporaties is de Europese Unie de uitkomst van een door de bezitters van deze wereld langgekoesterde droom met een corporatiegerichte grondwet die de burgers met geweld door de strot is geduwd. Een schijndemocratie waarin het parlement slechts een adviserende rol heeft en de werkelijk besluitvormende organen, de Europese Commissie en de Raad van Ministers zijn benoemd en besluiten nemen achter gesloten deuren, ingefluisterd door de wereld van het grote geld. liii Een corporatiedroom: Artikel III-209 en III-210 (nr. 2 pargr. b) van de grondwet, bijvoorbeeld, zullen tot resultaat hebben dat het minimumloon steeds lager zal worden. Artikel II-94, de Slotakte (Titel IV, artikel 34, uitleg) en artikel III-209 ontheffen de EU tot verplichtingen van sociale hulp, terwijl de dienstenrichtlijn 93/104 toestaat om mensen tot ver na hun 65ste te laten werken. De Slotakte (Titel IV, art. 32, toelichting) en de dienstenrichtlijn 94/33 maken het mogelijk kinderen vanaf 13 jaar te werk te stellen. liv De Franse krant Le Soir van 27 oktober 2009 schrijft onder de kop “De verborgen agenda van het Lissabonakkoord” over het plan van de Europese Commissie om in 2015 een enorme trans-Atlantische markt te vormen met de Verenigde Staten waarbij zoveel mogelijk obstakels uit de weg geruimd moeten worden die vrije handel, investeringen en commerciële diensten in de weg staan, volgens het beproefde recept van flexibilisering, individualisering, verminderde rechten, vermindering van sociale zekerheden, minder solidariteit, liberalisering en deregularisaties. Nederland is vurig pleitbezorger. Als vehikel hebben de regering van Amerika en de Europese Commissie in samenspraak met de multinationals de Trans Atlantic Business Dialogue (TABD) opgericht die de grootste Europese en Amerikaanse privé ondernemingen representeren. De bijeenkomsten van de TABD waarin de betrokken corporaties de overheden “adviseren”, vinden net als bij de Bilderberggroep plaats achter gesloten deuren.

Nederland is koploper als het gaat om het bevoorrechten van multinationals boven de burgers. Volgens hoogleraar belastingrecht Geerten Michielse in het Tv-programma Zembla van 18 oktober 2009 betalen corporaties in Nederland gemiddeld 6% belastingen waardoor ons land met Liechtenstein en Bermuda een waar belastingparadijs vormt voor corporaties, die hier dan ook en masse hun brievenbusadressen hebben gevestigd. Per jaar loopt ons land daardoor 16 miljard aan belastinginkomsten mis. In één klap kan met dit geld het AOW-gat van “slechts” drie miljard worden gedicht. Voormalig corporatie-directeur en thans namens de staat ABN AMRO-bankeigenaar in een exotische combinatie met het politiek leiderschap van de Partij voor de Arbeid (de partij die het in een heel ver verleden voor arbeiders opnam en daarvoor zelfs was opgericht): Wouter Bos – ontkent deze feiten in het acht uur-journaal.

De eigen burgers daarentegen buit de overheid al decennia lang uit. Nederland staat met zijn belastingschijf van 52 procent in de top-drie van de landen met de hoogste belastingtarieven ter wereld, aldus de Elsevier van 5 mei 2009. Feitelijk is dit extreme percentage aan eigendomsafdracht een vorm van moderne horigheid. Niet voor niets zijn in dit land overheid, corporaties en bankwezen al sinds de zeventiende eeuw drie gezichten van dezelfde club.lv

Een eendere constructie heeft men voor Europa bedacht, uiteindelijk uitmondend in een – om Caroll Quigly nogmaals te citeren – “wereldsysteem van financiële controle in privé handen.”

..Dat wil zeggen; als de burgers dat toestaan…

(Lees ook ” de financiering van Hitler ” )

Onthullingen over de Bilderberg groep

14 juni 2011 Op maandag 30 mei 2011 interviewde de Russische journalist Peter Odintsov een hooggeplaatste Zwitserse bankier in Moskou. De bankier verklaarde in het interview dat hij betrokken is geweest bij een directe betaling in contanten aan een professionele huurmoordenaar, die was ingehuurd om de president van een derde wereldland te vermoorden. De Zwitserse bank in kwestie ontving een gecodeerde en handgeschreven betalingsinstructie van de inlichtingendienst van een vreemde mogendheid. Deze procedure was en is nog steeds standaard praktijk bij de  Black Ops, die in opdracht van de Bilderberg groep worden uitgevoerd. Zwitserse banken krijgen regelmatig dergelijke betalingsopdrachten die verband houden met executie opdrachten.

Vergelijkbare Zwitserse bankbetalingsopdrachten werden gebruikt om internationale ondermijnende activiteiten, uitgevoerd in opdracht van de Bilderberg groep te financieren, zoals het aanjagen van kunstmatige revoluties, stakingen, het aanzetten tot politieke onrust en politie acties.   Er passeren bedragen in de biljoenen dollars aan transacties met een illegaal, ongecontroleerd en voor de belastingdiensten onzichtbaar karakter door het Zwitserse banksysteem. De transacties worden buiten de boeken om uitgevoerd door Engelssprekend en niet op de loonlijsten voorkomend ‘veiligheidspersoneel’. Deze mensen voeren de dagelijkse zaken van het geheime Bilderberg netwerk uit. De Zwitserse overheid weet van deze transacties uitgevoerd door de grote banken, maar staat er machteloos tegenover.

In zijn interview met Peter Odintsov haalde de Zwitserse bankier de namen aan van Josef Ackermann (Duitsland) en Christine Lagarde (Frankrijk) als hoofdrolspelers binnen de Bilderberg connectie. Hij heeft het ook over het satanisme en de pedofilie die op een verborgen wijze stevig zijn verankerd binnen de Bilderberg groep.

In 2011 organiseren de Bilderbergers hun jaarlijkse conferentie in het Suvretta House Hotel in St Moritz, Zwitserland, van donderdag 9 tot zondag 12 juni.   Hieronder volgt een vertaling  in het Nederlands van het interview:   Vraag: Kunt u ons meer vertellen over uw betrokkenheid bij het Zwitserse bankbedrijf?   Antwoord: Ik ben een groot aantal jaren bij Zwitserse banken werkzaam geweest en stond op de nominatie om opgenomen te worden in de Raad van Bestuur van een van de grootste Zwitserse banken. Door mijn werk was ik betrokken bij de uitbetaling in contant geld aan een persoon, die een president van een buitenlandse mogendheid had vermoord. Ik was deelnemer aan de vergadering waarin tot uitbetaling aan de moordenaar werd besloten. Het bezorgde me hevige hoofdpijn en knaagde aan mijn geweten. Het was niet het enige geval waarin sprake was van groot kwaad, maar het was wel het ergste wat ik heb meegemaakt. Het betrof een handgeschreven betalingsopdracht, die moest worden uitgevoerd in opdracht van een buitenlandse inlichtingendienst. De betaling was bestemd voor de moordenaar van een leider van een vreemde mogendheid, dit wist iedereen die deelnam aan de bewuste vergadering.  En deze zaak stond niet op zichzelf. Wij ontvingen vaker dergelijke handgeschreven opdrachten van buitenlandse inlichtingendiensten om van geheime rekeningen personen uit te betalen, die ‘revoluties’ in beweging hadden gezet of mensen hadden omgebracht. Ik kan uit eigen ervaring bevestigen, dat het klopt wat John Perkins beschrijft in zijn boek Bekentenissen van een Economische Huurmoordenaar. Het systeem waar hij het over heeft, bestaat echt en Zwitserse banken zijn hierbij betrokken.

Vraag: Perkins’ boek is vertaald in veel talen, waaronder in het Russisch (en in het Nederlands). Kunt u ons zeggen welke bank het betreft en wie de verantwoordelijke(n) zijn?   Antwoord: Het gaat om één van de toentertijd top drie Zwitserse banken en het ging om de executie van de president van een derde wereld land. Maar ik wil hierover niet teveel details geven, want ik kan zeer eenvoudig door hen getraceerd worden als ik de naam en het land ga noemen van de president in kwestie. Mijn leven zou daardoor in gevaar komen.   Vraag: Kunt u wel de naam van een persoon noemen die voor deze bank werkzaam was?   Antwoord: Nee, maar ik kan u verzekeren dat het werkelijk gebeurd is. Er waren meerdere mensen in de vergaderkamer. De voor de uitbetaling verantwoordelijke medewerker vroeg ons of het wel toegestaan is om zo’n enorm bedrag aan de betreffende persoon uit te betalen, waarop een van de directeuren informatie gaf over de achtergrond van de betaling en ook de andere aanwezigen bevestigden dat uitbetaling akkoord was.

Vraag: Kwamen dit soort zaken vaker voor? Ging het via geheime rekeningen?   Antwoord: Ja, dit was een speciale rekening, die werd beheerd door een bijzondere afdeling. Alle gecodeerde brieven vanuit het buitenland kwamen daar terecht. De belangrijkste brieven waren met de hand geschreven. We moesten deze eerst decoderen en het ging zonder uitzondering om betalingsopdrachten voor het ombrengen van mensen, financieren van ‘revoluties’, stakingen en meer activiteiten van diverse aard. Ik weet zeker, dat mensen die bij de Bilderberg groep behoorden, betrokken waren bij deze opdrachten. Ik bedoel, dat zij daadwerkelijk  opdrachten gaven om personen te executeren.   Vraag: Kunt u ons zeggen om welk jaar of decennium het ging?   Antwoord: Ik kan niet zeggen in welk jaar, maar het speelde in de tachtiger jaren van de vorige eeuw.   Vraag: Had u gewetensproblemen door het werk dat u deed?   Antwoord: Ja, ik had er grote problemen mee. Ik kon er tijden niet van slapen en het leidde tot mijn vertrek bij de bank.  Nogmaals, als ik u te veel details geef, dan word ik opgespoord. Meerdere geheime diensten, meest van Engelssprekende landen hebben opdracht gegeven om onwettelijke activiteiten te financieren, zelfs voor het vermoorden van mensen die bij Zwitserse banken werkzaam waren.

We moesten op instructie van vreemde mogendheden betalingen verrichten voor de moord op mensen, die bijvoorbeeld niet deden wat de Bilderberg groep, het IMF of de Wereldbank van hen eiste.   Vraag: Dit is wel heel schokkend, wat u nu zegt. Waarom voelt u zich uitgerekend nu gedrongen om hierover mededelingen te doen?   Antwoord: Omdat de Bilderberg groep op dit moment bijeen is in Zwitserland. Verder omdat de toestand in de wereld er met de dag slechter op wordt. En omdat de grootste Zwitserse banken betrokken zijn bij onethische activiteiten. De meeste hiervan blijven buiten de boeken. Het gaat om een veelvoud van wat zichtbaar wordt gemaakt. Er vindt geen controle op deze transacties plaats en van belastingheffing is geen sprake. Het gaat om enorme bedragen met heel veel nullen.

Vraag: Het gaat dus om miljarden?   Antwoord: Nee, om veel meer! Het gaat om biljoenen, niet gecontroleerd, illegaal en onzichtbaar voor welke belastingdienst dan ook. In feite is dit een grootschalige diefstal van de mensheid. Ik bedoel, gewone mensen betalen belastingen en houden zich aan de wet. Wat hier gebeurt druist compleet in tegen onze Zwitserse waarden, zoals objectiviteit, eerlijkheid en betrouwbaarheid. De discussies die zich afspeelden tijdens de vergaderingen waaraan ik deelnam gingen compleet in tegen onze democratische principes. Voor de duidelijkheid de meeste topmensen van Zwitserse banken zijn Anglo-Saksisch; Amerikaans of Brits. Zij hebben geen respect voor onze neutraliteit en onze waarden. Zij zijn tegen onze opvattingen over democratie. Ze gebruiken ons Zwitserse banksysteem slechts voor hun illegale doeleinden.   De enorme hoeveelheden geld die door deze lieden wordt getransfereerd, is uit het niets gecreëerd. Ze gebruiken het om over de hele wereld mens en menselijkheid te vernietigen, louter vanwege ongelimiteerde hebzucht. Ze zijn uit op macht en verwoesten het financiële systeem en de economie van hele landen, zoals Griekenland, Spanje, Portugal en Ierland. Zwitserland komt als laatste aan de beurt. De Chinezen worden door hen als werkslaven gebruikt.

Een persoon zoals Josef Ackermann, een Zwitsers staatsburger en topman bij de Duitse bank, gebruikt zijn macht louter om zijn hebzucht te bevredigen, zonder het geringste respect voor zijn medemens. Er lopen verscheidene rechtszaken tegen hem in Duitsland en ook in de Verenigde Staten. Ackermann is een Bilderberger. Hij heeft minachting voor welke nationale overheid dan ook, inclusief die van zijn geboorteland.   Vraag: Zegt u hiermee, dat de personen die u aanduidt aanwezig zijn op de Bilderberg conferentie in juni in St. Moritz, Zwitserland?   Antwoord: Ja   Vraag: Dus de personen over wie u spreekt hebben op dit moment een machtspositie?   Antwoord: Ja. Ze hebben een gigantische hoeveelheid geld tot hun beschikking en wenden het volgens plan aan om landen te vernietigen en elders op te bouwen. Zoals de afbraak van de industrie in Europa en Noord Amerika en de opbouw hiervan in China. Tegelijkertijd zijn Europa en de V.S. opengesteld voor de import van Chinese producten. De beroepsbevolking in Europa en Noord Amerika zal het steeds moeilijker krijgen om nog (passend) werk te vinden. Alleen het slecht betaalde (en niet bij het opleidingsniveau passende) werk blijft over. Hun werkelijke doel is de vernietiging van de economieën van Europa en Noord Amerika. (Griekenland zou dus het voorland zijn van wat ons allemaal te wachten staat)   Vraag: Denkt u dat het feit dat de vergadering, die nu in St.Moritz wordt gehouden een symbolische waarde heeft? Ik bedoel, in 2009 was de conferentie in Griekenland, in 2010 in Spanje en kijk wat er met die landen is gebeurd. Is dit een slecht teken voor Zwitserland?   Antwoord: Ja. Zwitserland is een van de belangrijkste landen voor hen, vooral vanwege de enorme concentratie van geld. Men komt daar bijeen, omdat men los van alle andere doelstellingen die worden nagestreefd er vooral op uit is om de waarden te vernietigen waar Zwitserland voor staat. Voor hen is het land een obstakel, omdat het geen deel uitmaakt van de Europese Unie, niet de euro heeft geadopteerd, niet gecontroleerd kan worden vanuit Brussel, enzovoort. Sprekend over waarden, heb ik het niet over de grote Zwitserse banken, omdat die niet meer Zwitsers kunnen worden genoemd, want ze worden vrijwel geheel geleid door Britten en Amerikanen. Ik heb het over de echte Zwitserse geest, die gekoesterd en gedeeld wordt door de gewone Zwitserse mensen.   De plaats van handeling heeft absoluut een symbolische waarde, zoals u opperde. Hun uiteindelijke doel is een elite te vormen in een wereld waarin zij de absolute macht hebben en de mensheid door armoede tot slavernij aan hen vervalt.   Vraag: Denkt u echt dat het doel van de Bilderberg groep het scheppen is van een wereldheerschappij, waarin de multinationals de controle over de mensheid gaan uitvoeren en waarin geen sprake meer is van soevereine (democratische) landen?   Antwoord: Ja en Zwitserland is het enige land waarin nu nog sprake is van een waarachtige directe democratie. Daarom wordt het land beschouwd als een sta-in-de-weg dat opgeruimd moet worden. Ze gebruiken daarbij chantage tactieken als ‘too big to fail’ bij bijvoorbeeld de UBS Bank en brengen hiermee het land diep in de schulden. Hetzelfde hebben de Bilderbergers overigens ook gedaan met veel andere landen. Maar omdat Zwitserland een sterke financiële sector heeft, evenals IJsland dat had, is dit land extra kwetsbaar voor hun financiële manipulaties. IJsland ging, zoals u weet failliet en de financiële sector stortte compleet in.   Vraag: Gaat dit ook met de EU (redactie: en de V.S. en Japan) gebeuren?   Antwoord: Vanzelfsprekend! De EU (redactie: en de  V.S. en Japan) zitten al in de ijzeren greep van de Bilderberg groep.   Vraag: Wat zou er volgens u kunnen worden gedaan om hen tegen te houden?   Antwoord: Dit is precies de reden waarom ik dit interview met u ben aangegaan. Het gaat om de waarheid. Dat is de enige manier! Stel het aan de kaak, zet ze in het spotlicht. Ze houden er niet van om in de schijnwerper te worden gezet. Er moet tot in de details duidelijkheid komen over de gang van zaken in de bankensector en alle andere sectoren in de samenleving.

Vraag: Wat u zegt is, dat grootste deel van de Zwitserse bankensector niet gecorrumpeerd is en dat er een paar grote banken zijn, die het financiële systeem misbruiken voor hun onwettelijke activiteiten?   Antwoord: Ja. De grote banken leiden hun kader op volgens ‘Anglo-Saksische’ waarden. Ze worden opgeleid om hebzuchtig en niets ontziend te handelen. Hebzucht vernietigt mensen in Zwitserland en over elders in de wereld. Wij hebben het grootste aantal banken per 1000 inwoners opererend binnen onze grenzen. De kleinere en middelgrote banken leven de regels van fatsoen en ethiek zonder uitzondering na. De multinationale banken vormen het probleem. Ze zijn niet Zwitsers en beschouwen zichzelf ook niet als zodanig.

Vraag: Denkt u dat het goed zou zijn, dat de Bilderbergers aan de kaak worden gesteld en dat wordt getoond wie ze in werkelijkheid zijn?   Antwoord: Ik denk dat de zaak Strauss-Kahn ons goede kansen biedt, omdat het onder de aandacht brengt, dat mensen in dergelijke posities vaak geestesziek zijn en vol psychische afwijkingen zitten. Daardoor kan men ook onder druk worden gehouden om te doen wat hen opgedragen wordt. Er zijn onder hen lieden, die vrouwen verkrachten, anderen hebben een sadomasochistische voorkeur of zijn satanist of pedofiel. (meer hierover in ‘operatie doofpot’). In sommige bankgebouwen, zoals in de Rothschild Bank in Zurich ziet u bijvoorbeeld duidelijk satanische symbolen.   Mensen in topposities kunnen worden gechanteerd vanwege hun psychische afwijkingen. Ze volgen de opdrachten die ze krijgen op, of ze vallen door de mand, hun reputatie wordt vernietigd, of ze worden vermoord als ze niet doen wat van hun geëist wordt.  Niet alleen de reputatie van bijvoorbeeld Strauss-Kahn is door de massamedia vernietigd, hij zou ook letterlijk om zeep kunnen worden gebracht wanneer dat nodig wordt geacht.   Vraag: Denkt u dat Ackermann een bepalende invloed heeft, omdat hij deel uitmaakt van het sturend comité van de Bilderberg groep?   Antwoord: Ja, maar er zijn naast hem veel anderen, zoals Lagarde, die waarschijnlijk de volgende IMF baas zal zijn. Lagarde is Bilderberger, evenals Sarkozy en Obama. Zij hebben een nieuw plan in petto om het internet te censureren, omdat het internet nog steeds een platform is voor vrije meningsuiting. Ze willen het onder controle krijgen en gebruiken daarvoor terrorisme, de bestrijding van pedofilie (…) of iets anders schokkends, uitsluitend om maar een geldig motief te hebben.   Vraag: Dus daar bent u bang voor?   Antwoord: Ik ben er niet alleen bang voor, ik ben er zeker van dat het gaat gebeuren. Zoals ik zei geven ze opdracht om mensen te executeren, dus ze zijn in staat tot vreselijke dingen. Als zij denken dat ze de controle kwijtraken, zoals het geval is met de momentele volksopstanden in Griekenland, Spanje en wie weet straks in Italië, dan zouden ze de Gladio strategie weer kunnen toepassen. Ik kende het Gladio Netwerk van nabij. (http://www.globalresearch.ca/index.php?context=va&aid=9556).  Zoals u weet hebben ze ‘terroristische’ bewegingen  gesteund, betaald met Amerikaans geld en bedoeld om het politieke systeem in Italië en andere Europese landen onder controle te krijgen. Voor de moord op Aldo Moro is hetzelfde banksysteem gebruikt als waarover ik u verteld heb.

Vraag: Was Ackermann betrokken bij dit betalingssysteem?   Antwoord: (Glimlach) …U bent de journalist. Kijk naar zijn carrière, hoe snel hij de weg af heeft gelegd naar de hoogste top…

Vraag: Wat zou er volgens u gedaan kunnen worden om hen af te stoppen?   Antwoord: Er zijn veel goede boeken op de markt, die achtergronden verklaren en verbanden leggen, zoals bijvoorbeeld het eerdergenoemde boek van Perkins. Hieruit wordt duidelijk, dat deze lieden echt huurmoordenaars inschakelen. En niet alleen dat, zij hebben een wereldwijd controlesysteem tot hun beschikking. Het is moeilijk om dergelijke figuren te ontmaskeren, omdat ze er alles, letterlijk alles, voor over hebben om hun macht te behouden.

Vraag: Hoe kunnen we ze dan tegenhouden?   Antwoord: Zoals ik al gezegd heb, door de waarheid. We hebben hier te maken met werkelijk niets ontziende misdadigers, waaronder oorlogsmisdadigers. Het is erger dan genocide. Deze personen zijn bereid tot en in staat om miljoenen mensen te vermoorden, uitsluitend om de macht en controle te behouden.

Vraag: Kunt u uitleggen waarom de massamedia in het westen volledig zwijgen over de Bilderberg groep?   Antwoord: Omdat er een afspraak is gemaakt tussen hen en de mediabazen. Er wordt niet over gesproken. Ze worden gekocht. Een aantal van hen (de mediabazen) zijn uitgenodigd voor de conferentie met de restrictie, dat er niet mag worden gesproken of geschreven over wat men ziet en hoort.   Vraag: Is het waar dat er een binnenste kring is in de Bilderberg organisatie, die kennis heeft van de werkelijke agenda en dat het grootste aantal gewoon doet wat van hen wordt gevraagd?   Antwoord: Ja, er is een binnenste kring, gevormd uit satanisten en er zijn de naïeve (idealistische) en minder goed geïnformeerde mensen. Er zijn in de buitenste cirkel mensen, die echt in de waan verkeren goed te doen.   Vraag: Volgens gepubliceerde documenten en mondelinge verklaringen, besloten de Bilderbergers destijds in 1955 om de Europese Unie en de euro in het leven te roepen. Met andere woorden, er zijn en worden door hen verstrekkende en zeer invloedrijke beslissingen genomen..   Antwoord: Ja en u weet dat de Bilderberg groep werd opgericht door de Nederlandse prins Bernhard en de directeur van Occidental Petroleum (Armand Hammer). Laatstgenoemde onderhield nauwe contacten met de communisten in de Sovjet-Unie. De Bilderbergers waren vanaf het begin actief aan beide kanten van het ijzeren gordijn, maar in werkelijkheid zijn het  fascisten, die alles en iedereen onder controle wilden houden en mensen uit de weg ruimden die als obstakel werden gezien.   Vraag: Is het betalingssysteem dat zoals u dat heeft uitgelegd buiten de normale activiteiten wordt uitgevoerd, geheel afgescheiden en geheim?   Antwoord: Bij de banken waarin dergelijke transacties worden uitgevoerd, weten de gewone medewerkers niet wat er gaande is. Het is als een geheime dienst binnen de bank. Zoals gezegd, worden de transacties buiten de boeken gehouden, zonder enige controle van buitenaf. Sommige van deze activiteiten worden binnen het bankgebouw uitgevoerd, andere er buiten. Zij hebben hun eigen veiligheidsdienst, alleen toegankelijk voor geautoriseerde medewerkers.

Vraag: Hoe slagen zij erin om deze transacties buiten het internationale SWIFT betalingssysteem te houden?   Antwoord: In het begin stonden de transacties soms op gewone lijsten (Clearstream listings). Door er valse namen tussen te zetten, wekten zij bij degenen die de lijsten controleerden de idee, dat de lijsten onjuist waren. Je ziet dat ook zij wel eens fouten maken. Uit die eerste lijsten kan veel informatie worden gehaald. Mensen, die naar aanleiding van hun bevindingen daarover rapporteerden kregen rechtszaken aan hun broek en werden gedwongen ontslag te nemen.   Toch blijft de enige en beste aanpak om de waarheid te vertellen en hun duistere praktijken aan het licht brengen. Als wij ze niet afstoppen, dan zijn we binnenkort hun slaven.   Odintsov: Bedankt voor dit interview.   Peter Odintsov   Moskou, 30 mei 2011

Dit interview werd oorspronkelijk geplaatst op: http://www.noviden.info/article_239.html